
Onderworpen aan belastingplicht
Gratis en vrijblijvend
Vind de aannemer voor uw project
Gratis en vrijblijvend
Belastingplicht bij wonen in Nederland
Onderworpen aan belastingplicht: wonen in Nederland
Iedereen die in Nederland woont, is in beginsel belastingplichtig
voor de Nederlandse inkomstenbelasting.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat je als inwoner van Nederland belasting
betaalt over je wereldwijde inkomen – dus niet alleen over inkomsten uit
Nederland, maar ook over inkomsten uit het buitenland.
Deze zogenoemde binnenlandse belastingplicht vormt de kern van het
Nederlandse belastingstelsel en bepaalt in welke mate je aan Nederlandse
belastingregels bent gebonden.
1. Wat betekent belastingplicht?
Belastingplicht houdt in dat je volgens de Nederlandse wet verplicht bent om:
- je inkomsten en vermogen aan te geven bij de Belastingdienst;
- over die inkomsten belasting te betalen;
- en te voldoen aan administratieve verplichtingen, zoals het indienen van een jaarlijkse belastingaangifte.
De belastingplicht ontstaat automatisch wanneer je woonachtig bent in Nederland of inkomsten geniet die aan Nederland zijn toe te rekenen.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen:
- Binnenlandse belastingplicht – als je in Nederland woont.
- Buitenlandse belastingplicht – als je in het buitenland woont, maar inkomen uit Nederland hebt.
2. Wanneer ben je binnenlands belastingplichtig?
De Belastingdienst beschouwt je als binnenlands
belastingplichtige als je in Nederland woont.
“Wonen” betekent in fiscale zin niet alleen fysiek verblijf, maar ook waar je persoonlijke
en economische belangen zich bevinden.
Volgens artikel 4 van de Algemene wet inzake
rijksbelastingen (AWR) bepaalt de feitelijke situatie waar iemand woont.
Belangrijke factoren zijn:
- Je gezin woont in Nederland.
- Je hebt hier een eigen woning of huurwoning.
- Je werkt of studeert hier structureel.
- Je verblijft het grootste deel van het jaar in Nederland.
- Je bent hier ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).
- Je hebt hier een bankrekening, verzekeringen en sociale bindingen.
Als de meeste van deze factoren op Nederland wijzen, ben je fiscaal inwoner en dus binnenlands belastingplichtig.
3. Gevolgen van binnenlandse belastingplicht
Wie in Nederland binnenlands belastingplichtig
is, moet jaarlijks aangifte inkomstenbelasting doen over zijn of haar wereldwijde
inkomen.
Dat betekent:
- Loon, winst, pensioen en andere inkomsten uit Nederland;
- maar óók inkomen uit het buitenland, zoals buitenlandse rente, beleggingen of onroerend goed.
Om dubbele belasting te voorkomen, past Nederland
in die gevallen belastingverdragen toe met het buitenland.
Daarin wordt vastgelegd welk land belasting mag heffen over bepaalde
inkomenscategorieën.
4. De drie boxen van de inkomstenbelasting
Het Nederlandse belastingstelsel verdeelt inkomsten over drie categorieën – de zogenoemde boxen:
|
Box |
Soort inkomen |
Voorbeelden |
Belastinggrondslag |
|
Box 1 |
Inkomen uit werk en woning |
Loon, winst, eigen woning |
Progressieve tarieven tot ca. 49,5% |
|
Box 2 |
Inkomen uit aanmerkelijk belang |
Dividend of verkoopwinst uit eigen BV |
24,5% tot 31% (afhankelijk van jaar) |
|
Box 3 |
Inkomen uit sparen en beleggen |
Spaargeld, beleggingen, tweede woning |
Forfaitaire heffing over vermogen |
Als inwoner van Nederland ben je in beginsel belastingplichtig in alle drie de boxen.
5. Dubbele belasting en verdragen
Omdat je als inwoner van Nederland belasting
betaalt over je wereldwijde inkomen, kan het voorkomen dat een ander land ook
belasting heft over datzelfde inkomen.
Dit leidt tot dubbele belasting.
Nederland voorkomt dit via:
- Belastingverdragen met meer dan 90 landen;
- of het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001 (Bvdb) als er geen verdrag is.
Zo’n verdrag bepaalt welk land het heffingsrecht heeft, en hoe vrijstelling of verrekening wordt toegepast.
Voorbeeld:
Je woont in Nederland en werkt tijdelijk in België.
Zonder verdrag zou zowel België (werkland) als Nederland (woonland) belasting
heffen.
Het verdrag bepaalt dat België mag heffen, en Nederland verleent vrijstelling
via de vrijstellingsmethode.
6. Sociale zekerheid en belastingplicht
Naast belastingplicht ben je als inwoner van Nederland ook verzekerd voor de volksverzekeringen, zoals:
- AOW (Algemene Ouderdomswet);
- ANW (nabestaandenverzekering);
- WLZ (Wet langdurige zorg).
Dat betekent dat je naast belasting ook premies
volksverzekeringen betaalt via de inkomstenbelasting.
Wie in Nederland woont, bouwt dus automatisch sociale rechten op, zoals
pensioen (AOW) en zorgverzekering.
7. Buitenlandse inkomsten van inwoners
Nederlandse inwoners met buitenlandse inkomsten
moeten deze vermelden in hun aangifte.
De Belastingdienst gebruikt internationale gegevensuitwisseling (CRS en FATCA)
om buitenlandse bankrekeningen en beleggingen te controleren.
Je bent verplicht om:
- buitenlandse loon- of pensioengegevens op te geven;
- buitenlandse vastgoedwaarden te vermelden in Box 3;
- en buitenlandse aandelen of spaarrekeningen te melden.
Niet-aangegeven buitenlands inkomen kan leiden tot navorderingen en boetes tot 300% van de verschuldigde belasting.
8. Tijdelijk verblijf in het buitenland
Wanneer je tijdelijk in het buitenland verblijft
maar je bindingen (gezin, woning, werk) in Nederland behoudt, blijf je meestal binnenlands
belastingplichtig.
Kortdurende uitzendingen of studies leiden dus niet automatisch tot emigratie.
Pas als je structureel in een ander land woont en
werkt, word je daar fiscaal inwoner.
De Belastingdienst beoordeelt dat aan de hand van feiten en omstandigheden,
niet enkel op basis van uitschrijving uit de BRP.
9. Binnenlandse belastingplicht en buitenlandse partners
Heb je een partner die in het buitenland woont?
Dan kun je in bepaalde gevallen kiezen voor de status van kwalificerende
buitenlands belastingplichtige.
Dit houdt in dat de Belastingdienst je behandelt als binnenlands
belastingplichtige, mits:
- minstens 90% van jullie gezamenlijke wereldinkomen in Nederland wordt verdiend;
- en je woont in een EU-, EER- of verdragsland.
Zo kun je gebruik blijven maken van Nederlandse aftrekposten en heffingskortingen.
10. Aangifteverplichtingen
Als inwoner van Nederland moet je jaarlijks
aangifte inkomstenbelasting doen vóór 1 mei van het volgende jaar.
Bij complexe situaties (zoals ondernemerschap of buitenlands inkomen) kun je
uitstel aanvragen.
De aangifte omvat:
- inkomsten uit alle drie de boxen;
- vermogen op 1 januari van het belastingjaar;
- eventuele buitenlandse inkomsten en aftrekposten.
De Belastingdienst bepaalt op basis daarvan de definitieve aanslag inkomstenbelasting en premies volksverzekeringen.
11. Veranderingen bij vertrek uit Nederland
Op het moment dat je Nederland verlaat, eindigt
je binnenlandse belastingplicht.
Je wordt dan buitenlands belastingplichtige, wat betekent dat Nederland
alleen nog mag heffen over inkomsten uit Nederlandse bron (zoals onroerend goed
of pensioen).
De overgang van binnenlandse naar buitenlandse
belastingplicht wordt vastgelegd via het M-biljet in het emigratiejaar.
Daarin geef je inkomsten en vermogen op voor beide periodes (voor en na
vertrek).
12. Conclusie
Wie in Nederland woont, is automatisch binnenlands
belastingplichtig en betaalt belasting over zijn wereldwijde inkomen.
De Nederlandse belastingplicht is gebaseerd op het woonplaatsbeginsel: waar je
feitelijk woont en je persoonlijke belangen liggen.
Door internationale verdragen wordt voorkomen dat je dubbel belasting betaalt
over inkomsten uit het buitenland.
Samengevat:
- Wonen in Nederland betekent belastingplicht over je wereldwijde inkomen.
- Je betaalt inkomstenbelasting in Box 1, 2 en 3.
- Je bent automatisch verzekerd voor AOW en andere volksverzekeringen.
- Buitenlandse inkomsten moeten worden opgegeven; dubbele belasting wordt via verdragen voorkomen.
- Bij vertrek verandert je status naar buitenlandse belastingplicht.
Een goed begrip van je belastingpositie is essentieel om te voorkomen dat je te weinig of te veel belasting betaalt.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen verhuisbedrijven en internationale verhuisinformatie, maar ook uitgebreide toelichting over belastingplicht, emigratie en fiscale verplichtingen — zodat je exact weet wat jouw rechten en plichten zijn bij wonen, werken of verhuizen binnen en buiten Nederland.
Belastingplicht bij werken in Nederland
Onderworpen aan belastingplicht: werken in Nederland
Wie in Nederland werkt, valt in de meeste
gevallen onder de Nederlandse belastingplicht.
Dat geldt niet alleen voor mensen die hier wonen, maar ook voor personen die in
het buitenland wonen en in Nederland inkomen verdienen uit werk of
ondernemerschap.
Nederland heft belasting over inkomsten die in Nederland worden verdiend of
ontstaan, ongeacht je nationaliteit of woonland.
Deze situatie komt veel voor bij grensarbeiders,
expats en buitenlandse ondernemers.
De exacte belastingverplichting hangt af van je woonplaats, de aard
van het werk en of er een belastingverdrag bestaat tussen Nederland
en het land waar je woont.
1. Werken in Nederland: het heffingsbeginsel
Het Nederlandse belastingstelsel hanteert twee hoofdprincipes:
- Woonplaatsbeginsel
Wie in Nederland woont, is binnenlands belastingplichtig en betaalt belasting over het wereldwijde inkomen (ongeacht waar het wordt verdiend). - Bronbeginsel
Wie niet in Nederland woont, maar hier inkomen uit Nederlandse bron verdient, is buitenlands belastingplichtig en betaalt belasting over het inkomen dat aan Nederland kan worden toegerekend.
Wie dus in Nederland werkt, wordt altijd op een van deze twee gronden in Nederland belast.
2. Binnenlands of buitenlands belastingplichtig
|
Situatie |
Belastingplicht |
Belasting over |
|
Je woont én werkt in Nederland |
Binnenlands belastingplichtig |
Wereldwijd inkomen (alle inkomsten) |
|
Je woont buiten Nederland maar werkt hier |
Buitenlands belastingplichtig |
Alleen Nederlands inkomen (loon of winst uit NL) |
|
Je werkt deels in Nederland en deels in het buitenland |
Gedeelde belastingplicht |
Verdeling volgens belastingverdrag |
De Belastingdienst bepaalt op basis van feiten en
omstandigheden waar je fiscaal inwoner bent.
Dit is bepalend voor de omvang van je belastingplicht.
3. Werknemers: loon uit Nederland
Als werknemer betaal je in Nederland belasting
over het loon dat je hier verdient.
De werkgever is verplicht om loonbelasting in te houden via de
loonheffing.
Deze loonheffing geldt als voorheffing op de inkomstenbelasting.
Belastingplichtige situaties voor werknemers:
- Je werkt in Nederland voor een Nederlandse werkgever.
- Je werkt in Nederland voor een buitenlandse werkgever die hier een vestiging heeft.
- Je werkt in Nederland op projectbasis of als gedetacheerde.
Vrijstelling:
Als je slechts incidenteel in Nederland werkt en er een belastingverdrag
geldt met je woonland, kan de belastingheffing verschuiven naar dat woonland
(zie §7).
4. Zelfstandigen en ondernemers
Zelfstandige ondernemers (zzp’ers of freelancers)
die in Nederland werkzaamheden verrichten, zijn eveneens belastingplichtig voor
de winst die zij hier realiseren.
De aard van de belastingplicht hangt af van:
- waar de onderneming feitelijk wordt geleid;
- waar klanten en bedrijfsactiviteiten zich bevinden;
- en of er een vaste inrichting in Nederland bestaat.
Een buitenlandse ondernemer die structureel in
Nederland werkt (bijvoorbeeld via een kantoor, werkplaats of Nederlandse
opdrachtgevers) wordt gezien als buitenlands belastingplichtige met een
vaste inrichting in Nederland.
Nederland mag dan belasting heffen over de winst die aan die vaste inrichting
is toe te rekenen.
5. Werken in Nederland maar wonen in het buitenland
Veel werknemers en zelfstandigen wonen in een
buurland (België, Duitsland) en werken in Nederland.
Deze groep wordt fiscaal gezien buitenlands belastingplichtige genoemd.
Kenmerken:
- Je woont officieel buiten Nederland.
- Je werkt (gedeeltelijk of volledig) in Nederland.
- Je ontvangt inkomen dat voortvloeit uit Nederlandse arbeid.
Je betaalt dan inkomstenbelasting in Nederland over dat Nederlandse inkomen, tenzij een belastingverdrag bepaalt dat het werkland of woonland exclusief mag heffen.
6. Belastingverdragen voor grensarbeiders
Nederland heeft met meer dan 90 landen belastingverdragen afgesloten om te voorkomen dat werknemers of zelfstandigen dubbel belasting betalen.
Volgens het OESO-modelverdrag geldt:
- Het land waar het werk feitelijk wordt uitgevoerd (werkland) mag heffen over het loon of de winst.
- Het woonland verleent vrijstelling of verrekening om dubbele belasting te voorkomen.
Voorbeeld:
Een inwoner van Duitsland werkt vier dagen per week in Nederland en één dag
thuis in Duitsland.
Nederland mag belasting heffen over 80% van het loon (de dagen in Nederland
gewerkt), en Duitsland over de overige 20%.
De Duitse fiscus verleent dan vrijstelling of verrekening voor het Nederlandse
deel.
7. De 183-dagenregel
Een belangrijke regel uit belastingverdragen is
de 183-dagenregeling.
Volgens deze regel hoef je geen Nederlandse belasting te betalen over loon uit
Nederland als aan alle drie onderstaande voorwaarden wordt voldaan:
- Je verblijft minder dan 183 dagen per jaar in Nederland.
- Je loon wordt niet betaald door of namens een Nederlandse werkgever.
- De loonkosten worden niet gedragen door een Nederlandse vestiging.
Wordt aan één van deze voorwaarden níet voldaan, dan is Nederland gerechtigd belasting te heffen.
Voorbeeld:
Een Belgische werknemer werkt 200 dagen op een Nederlands bouwproject —
Nederland mag heffen.
Een Spaanse consultant werkt 120 dagen in Nederland voor een Spaanse werkgever
— Spanje mag heffen.
8. Sociale zekerheid bij werken in Nederland
Naast de belastingplicht speelt ook de sociale
zekerheid een rol.
Wie in Nederland werkt, is doorgaans verzekerd voor:
- AOW (ouderdomspensioen);
- WLZ (Wet langdurige zorg);
- en ZVW (zorgverzekering).
Werk je tijdelijk in Nederland maar woon je in
een EU- of EER-land, dan geldt meestal de A1-verklaring uit je woonland,
waarmee wordt bepaald in welk land je sociaal verzekerd blijft.
De werkgever moet dit aantonen.
9. Inkomstenbelasting: het C-biljet
Wie in Nederland werkt maar er niet woont, moet
jaarlijks aangifte inkomstenbelasting doen als buitenlands
belastingplichtige.
Dat gebeurt via het C-biljet.
Hierin geef je alleen inkomsten op die aan Nederland toerekenbaar zijn, zoals:
- loon uit Nederlandse arbeid;
- winst uit Nederlandse onderneming;
- of inkomsten uit onroerend goed in Nederland.
De Belastingdienst Buitenland in Heerlen behandelt deze aangiften.
10. Kwalificerende buitenlands belastingplichtige
Buitenlandse werknemers kunnen kiezen om
behandeld te worden als kwalificerende buitenlands belastingplichtige.
Deze status geeft recht op:
- dezelfde aftrekposten en heffingskortingen als inwoners van Nederland;
- mits ten minste 90% van het wereldinkomen in Nederland wordt verdiend;
- en je woont in een EU-, EER- of verdragsland.
Hierdoor kunnen bijvoorbeeld hypotheekrenteaftrek en algemene heffingskortingen behouden blijven.
11. Praktische verplichtingen voor werknemers
Wie in Nederland werkt, moet zorgen voor:
- een geldig burgerservicenummer (BSN);
- inschrijving in de loonadministratie van de werkgever;
- en eventueel een geldige verblijfs- of werkvergunning (bij niet-EU-onderdanen).
De werkgever is verantwoordelijk voor de loonheffing, maar jij blijft verantwoordelijk voor de juiste aangifte en het aangeven van buitenlandse inkomsten.
12. Praktische verplichtingen voor zelfstandigen
Buitenlandse ondernemers die in Nederland actief zijn moeten:
- zich mogelijk inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK);
- een BTW-nummer aanvragen bij de Belastingdienst;
- en aangifte doen van winst en omzet (vennootschapsbelasting of inkomstenbelasting).
Een goede administratie is verplicht, en de fiscale verplichtingen hangen af van de duur en omvang van de werkzaamheden in Nederland.
13. Belastingteruggaaf en verrekening
Wie te veel loonbelasting heeft betaald, kan een teruggaaf
krijgen via de inkomstenbelasting.
Ook kunnen buitenlandse werknemers gebruikmaken van belastingverdragsbepalingen
om Nederlandse en buitenlandse belasting te verrekenen.
Een correcte toepassing van het verdrag voorkomt dat hetzelfde inkomen in twee
landen wordt belast.
14. Conclusie
Iedereen die in Nederland werkt – ongeacht
woonplaats – kan belastingplichtig zijn voor de inkomsten die hier
worden verdiend.
Nederland mag belasting heffen over arbeid die feitelijk op Nederlands
grondgebied wordt verricht.
Internationale belastingverdragen en de 183-dagenregel bepalen of, en in welke
mate, ook het woonland mag heffen.
Samengevat:
- Wonen én werken in Nederland → volledige belastingplicht (wereldinkomen).
- Wonen buiten Nederland, werken in Nederland → gedeeltelijke belastingplicht (alleen Nederlands inkomen).
- Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing.
- 183-dagenregel kan vrijstelling geven bij tijdelijk werk.
- Sociale zekerheid volgt meestal het werkland (Nederland).
Een goede fiscale voorbereiding voorkomt misverstanden, dubbele belasting en boetes bij grensoverschrijdend werk.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen verhuisbedrijven en specialisten in grensverhuizingen, maar ook uitgebreide informatie over belastingplicht bij werken in Nederland, sociale zekerheid en internationale belastingverdragen, zodat je precies weet waar je aan toe bent als werknemer of zelfstandige.
Verschil tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplicht
Onderworpen aan belastingplicht: verschil tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplicht
De Nederlandse belastingwet maakt een
fundamenteel onderscheid tussen binnenlandse en buitenlandse
belastingplicht.
Dit onderscheid bepaalt over welke inkomsten Nederland belasting mag heffen,
en welke regels en aftrekposten van toepassing zijn.
Of je binnenlands of buitenlands belastingplichtig bent, hangt in de eerste
plaats af van waar je woont — maar ook van de aard en bron van je
inkomsten.
Voor iedereen die (gedeeltelijk) in Nederland woont, werkt of vermogen heeft, is het cruciaal om dit onderscheid goed te begrijpen. Het bepaalt immers hoeveel belasting je moet betalen én waarover.
1. Wat is binnenlandse belastingplicht?
Binnenlandse belastingplicht betekent dat je in
Nederland woont en daardoor belasting betaalt over je wereldwijde inkomen.
Je bent dus volledig onderworpen aan de Nederlandse inkomstenbelasting.
De Belastingdienst beschouwt je als binnenlands belastingplichtig als:
- je in Nederland woont;
- je hier je gezin hebt;
- je hier werkt of studeert;
- je hier een eigen woning bezit of huurt;
- of je persoonlijke en economische belangen voornamelijk in Nederland liggen.
Deze beoordeling is vastgelegd in artikel 4 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) en wordt bepaald op basis van de feitelijke omstandigheden, niet alleen op basis van inschrijving in de gemeente.
Gevolg:
Als binnenlands belastingplichtige geef je in Nederland je wereldwijde
inkomen en vermogen op:
- loon, winst, pensioen of uitkering;
- buitenlands loon of winst;
- vermogen in binnen- én buitenland (spaargeld, beleggingen, vastgoed).
Nederland verleent vervolgens vrijstelling of verrekening voor buitenlandse inkomsten via belastingverdragen om dubbele belasting te voorkomen.
2. Wat is buitenlandse belastingplicht?
Buitenlandse belastingplicht geldt voor mensen
die niet in Nederland wonen, maar wel inkomsten of vermogen uit
Nederland hebben.
Je woont dus officieel in het buitenland, maar Nederland mag nog belasting
heffen over bepaalde Nederlandse inkomensbronnen.
Volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 (hoofdstuk 7) ben je buitenlands belastingplichtig als je inkomsten hebt uit:
- werk dat in Nederland wordt uitgevoerd;
- een onderneming of vaste inrichting in Nederland;
- onroerend goed in Nederland (woning, bedrijfspand, grond);
- aanmerkelijk belang (aandelen) in een Nederlandse BV of NV;
- of pensioen- of lijfrente-uitkeringen afkomstig uit Nederland.
Gevolg:
Je betaalt alleen belasting over het inkomen dat uit Nederland afkomstig is.
Je hoeft géén belasting te betalen over buitenlandse inkomsten of vermogen
buiten Nederland.
3. Vergelijking tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplicht
|
Kenmerk |
Binnenlandse belastingplicht |
Buitenlandse belastingplicht |
|
Woonplaats |
Je woont in Nederland |
Je woont buiten Nederland |
|
Inkomsten waarover belasting wordt geheven |
Wereldwijd inkomen (binnen- en buitenland) |
Alleen Nederlands inkomen |
|
Belastingaangifte |
M- of reguliere aangifte inkomstenbelasting |
C-biljet (alleen Nederlands inkomen) |
|
Toepassing belastingverdragen |
Vrijstelling of verrekening voor buitenlandse inkomsten |
Beperking tot Nederlandse bronnen |
|
Heffingskortingen |
Volledig recht op heffingskortingen |
Alleen bij kwalificerende status |
|
Sociale zekerheid |
Verzekerd voor AOW, WLZ en ZVW |
Meestal verzekerd in woonland |
|
Vermogensbelasting (Box 3) |
Over wereldwijde bezittingen |
Alleen over Nederlands vermogen |
|
Voorbeeld |
Werknemer in Nederland die ook buitenlands dividend ontvangt |
Gepensioneerde in Spanje met Nederlands pensioen |
4. Fiscale woonplaats: de beslissende factor
De kern van het onderscheid is je fiscale
woonplaats.
De Belastingdienst beoordeelt waar je woont aan de hand van feitelijke
omstandigheden, zoals:
- waar je gezin woont;
- waar je werkt;
- waar je hoofdverblijf of woning is;
- waar je sociale en economische leven zich afspeelt (bankrekening, lidmaatschappen, verzekering).
Als je in twee landen belangen hebt, kan het
voorkomen dat beide landen je als inwoner beschouwen.
In dat geval bepaalt een belastingverdrag welk land de doorslag heeft,
via zogeheten “tie-breaker rules”:
- Waar heb je een duurzame woning?
- Waar liggen je persoonlijke en economische belangen?
- Waar verblijf je doorgaans het vaakst?
- In welk land ben je staatsburger?
Pas als deze vragen niet uitsluitsel geven, beslissen de belastingdiensten onderling.
5. Inkomsten die in Nederland belast blijven bij buitenlandse belastingplicht
Ook na emigratie blijf je in Nederland belastingplichtig voor specifieke inkomsten, zoals:
- huurinkomsten of waarde van onroerend goed in Nederland (Box 3);
- Nederlandse pensioenen of lijfrente-uitkeringen (Box 1);
- winst uit onderneming of vaste inrichting in Nederland;
- aanmerkelijk belang in Nederlandse vennootschappen (Box 2);
- rente, dividend of royalty’s van Nederlandse bronnen.
In die gevallen moet je nog steeds aangifte doen in Nederland via het C-biljet, ook al woon je elders.
6. Belastingverdragen voorkomen dubbele belasting
Zonder belastingverdragen zouden zowel Nederland
(bronland) als het woonland belasting heffen over hetzelfde inkomen.
Daarom heeft Nederland met meer dan 90 landen verdragen gesloten die
bepalen:
- welk land belasting mag heffen over specifieke inkomenscategorieën;
- en hoe dubbele belasting wordt voorkomen (vrijstelling of verrekening).
Voorbeeld:
Je woont in Frankrijk maar ontvangt een Nederlands pensioen.
Het belastingverdrag bepaalt dat Nederland mag heffen.
Frankrijk verleent dan vrijstelling, zodat je niet dubbel betaalt.
7. Kwalificerende buitenlands belastingplichtige
Woon je buiten Nederland maar verdien je het
grootste deel van je inkomen in Nederland (minstens 90% van je wereldinkomen),
dan kun je kiezen voor de status van kwalificerende buitenlands
belastingplichtige.
Je wordt dan behandeld als iemand die in Nederland woont, met recht op:
- hypotheekrenteaftrek;
- heffingskortingen;
- aftrekposten zoals giften of alimentatie.
Deze regeling geldt alleen voor inwoners van de EU, EER of verdragslanden.
8. Aangifteformulieren per situatie
|
Situatie |
Type aangifte |
Opmerking |
|
Verhuizen binnen Nederland |
Reguliere aangifte |
Over wereldinkomen |
|
Emigreren tijdens belastingjaar |
M-biljet |
Verdeling tussen binnen- en buitenlandse belastingplicht |
|
Wonen in buitenland, inkomen uit Nederland |
C-biljet |
Alleen Nederlands inkomen |
|
Tijdelijk in Nederland werken |
Loonbelasting via werkgever |
Aangifte C-biljet kan nodig zijn |
Een juiste keuze van aangifteformulier voorkomt vertragingen en dubbele heffing.
9. Wijziging van belastingplicht bij emigratie of remigratie
Wanneer je verhuist:
- van Nederland naar het buitenland, verandert je status van binnenlands naar buitenlands belastingplichtige.
- van het buitenland naar Nederland, word je weer binnenlands belastingplichtige vanaf de datum van vestiging.
De Belastingdienst gebruikt hiervoor het M-biljet
om beide periodes (voor en na de verhuisdatum) fiscaal te scheiden.
Dit biljet is verplicht in het jaar van vertrek of aankomst.
10. Belastingplicht en sociale zekerheid
De belastingplicht en sociale zekerheid lopen
vaak gelijk, maar niet altijd.
Je kunt belastingplichtig zijn in Nederland, maar sociaal verzekerd in je
woonland — bijvoorbeeld bij tijdelijke uitzending of grensarbeid.
De SVB (Sociale Verzekeringsbank) en de Belastingdienst
beoordelen elk afzonderlijk of je verzekerd bent voor Nederlandse regelingen
als AOW, WLZ en ZVW.
11. Praktische voorbeelden
Voorbeeld 1: Binnenlandse belastingplicht
Linda woont en werkt in Nederland. Ze ontvangt loon, spaarrente en dividend uit
Duitsland.
→ Nederland heft belasting over haar totale inkomen, maar verleent vrijstelling
voor de Duitse inkomsten.
Voorbeeld 2: Buitenlandse belastingplicht
Tom woont in Spanje maar verhuurt zijn appartement in Amsterdam.
→ Nederland heft belasting over de WOZ-waarde (Box 3), Spanje niet.
Voorbeeld 3: Grensarbeid
Sophie woont in België en werkt in Eindhoven.
→ Nederland mag belasting heffen over haar loon; België verleent vrijstelling
via het belastingverdrag.
12. Conclusie
Het verschil tussen binnenlandse en buitenlandse
belastingplicht bepaalt of Nederland belasting heft over al je inkomsten of
alleen over je Nederlandse bronnen.
De Belastingdienst kijkt daarbij naar je feitelijke woonplaats, je economische
belangen en eventuele internationale verdragen.
Samengevat:
- Binnenlandse belastingplicht = wonen in Nederland → belasting over wereldwijde inkomsten.
- Buitenlandse belastingplicht = wonen buiten Nederland → belasting alleen over Nederlandse inkomsten.
- Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing.
- Kwalificerende buitenlands belastingplichtigen hebben recht op Nederlandse aftrekposten.
- Veranderingen in woonplaats leiden tot wijziging van belastingplicht (geregeld via M-biljet).
Een goed inzicht in je fiscale status voorkomt dubbele belasting, gemiste aftrekposten en juridische misverstanden bij grensoverschrijdend wonen of werken.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen betrouwbare informatie over internationale verhuizingen, maar ook diepgaande uitleg over binnenlandse en buitenlandse belastingplicht, belastingverdragen en emigratieaangiften, zodat je altijd precies weet hoe jouw fiscale situatie wordt beoordeeld — in Nederland én daarbuiten.
Inkomsten uit onroerend goed
Onderworpen aan belastingplicht: inkomsten uit onroerend goed
Inkomsten uit onroerend goed – zoals
woningen, bedrijfspanden, grond of verhuurde objecten – vallen in Nederland
onder specifieke belastingregels.
Of je nu in Nederland woont of in het buitenland, Nederland behoudt doorgaans
het heffingsrecht over onroerend goed dat op Nederlands grondgebied
ligt.
Dat betekent dat iedereen die in Nederland vastgoed bezit, verhuurt of
verkoopt, in beginsel belastingplichtig is in Nederland voor de
inkomsten of het vermogen dat daarmee samenhangt.
De fiscale behandeling van onroerend goed hangt af van hoe het pand wordt gebruikt: voor eigen bewoning, verhuur of als bedrijfsactiviteit.
1. Wat wordt verstaan onder onroerend goed?
Onder onroerend goed vallen volgens het Burgerlijk Wetboek (artikel 3:3 BW) alle zaken die duurzaam met de grond zijn verbonden, zoals:
- woningen en appartementen;
- bedrijfspanden, kantoren en winkels;
- grond (bouwgrond of landbouwgrond);
- garages, bijgebouwen en schuren;
- erfpacht- en opstalrechten.
De locatie bepaalt welk land belasting mag
heffen.
Volgens vrijwel alle belastingverdragen heeft het land waar het
onroerend goed zich bevindt het exclusieve recht om belasting te heffen
over de inkomsten en waardestijging van dat pand.
2. Onroerend goed in Nederland bij binnenlandse belastingplicht
Als je in Nederland woont (binnenlands belastingplichtige) en onroerend goed bezit, vallen de inkomsten uit dat bezit in Nederland onder de volgende regels:
- Eigen woning (hoofdverblijf) → belast
in Box 1
De woning waarin je zelf woont wordt fiscaal aangemerkt als eigen woning.
Je betaalt belasting over het eigenwoningforfait (percentage van de WOZ-waarde) en mag de hypotheekrente aftrekken. - Tweede woning, verhuurde woning of beleggingspand → belast in Box 3
De waarde van de woning (WOZ) minus eventuele schulden telt mee als vermogen.
Je betaalt geen belasting over de daadwerkelijke huurinkomsten, maar over een fictief rendement over het vermogen.
Voorbeeld:
Je bezit een tweede woning in Zeeland met een WOZ-waarde van €350.000 en een
hypotheek van €100.000.
De belastbare waarde in Box 3 is dan €250.000, waarover een fictief rendement
wordt berekend (volgens de actuele vermogensrendementsheffing).
3. Onroerend goed in Nederland bij buitenlandse belastingplicht
Wanneer je in het buitenland woont (buitenlands
belastingplichtige), maar onroerend goed in Nederland bezit, blijft
Nederland belastingsbevoegd.
Volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 (art. 7.1 en 7.2) wordt het bezit
van onroerend goed in Nederland altijd als Nederlandse bron van inkomen
beschouwd.
Dat betekent:
- Je moet in Nederland aangifte doen via het C-biljet;
- De woning of het pand wordt belast in Box 3;
- Eventuele hypotheekschulden mag je in mindering brengen op de waarde;
- De huurinkomsten zijn niet direct belast, maar de waarde van het bezit wél.
Voorbeeld:
Een inwoner van Spanje bezit een verhuurde woning in Utrecht.
Nederland heft belasting over de WOZ-waarde minus de hypotheek, ongeacht waar
de eigenaar woont.
Spanje verleent vervolgens vrijstelling of verrekening op basis van het
belastingverdrag.
4. Onroerend goed buiten Nederland
Als je in Nederland woont en onroerend goed bezit
in het buitenland, blijft Nederland in principe belasting heffen over je wereldwijde
vermogen.
Het buitenlandse onroerend goed valt in Box 3.
Om dubbele belasting te voorkomen:
- bepaalt het belastingverdrag dat het buitenland mag heffen;
- en verleent Nederland vrijstelling via het Besluit voorkoming dubbele belasting (Bvdb).
Voorbeeld:
Je woont in Nederland en bezit een vakantiewoning in Frankrijk.
Frankrijk heft belasting over het bezit, Nederland verleent vrijstelling in Box
3, maar houdt rekening met de waarde voor de belastingtarieven
(progressievoorbehoud).
5. Verhuur van onroerend goed
De verhuur van onroerend goed leidt in Nederland
zelden tot directe inkomstenbelasting.
In de meeste gevallen vallen de inkomsten onder Box 3, waarbij de huur
niet afzonderlijk wordt belast, maar de waarde van het pand wel.
Uitzonderingen:
- Als de verhuur plaatsvindt als bedrijfsmatige activiteit (bijv. vastgoedhandel of structurele verhuur), kan de Belastingdienst dit aanmerken als winst uit onderneming (Box 1).
- Bij tijdelijke verhuur van de eigen woning (bijv. via Airbnb) wordt 70% van de huuropbrengst belast in Box 1, over de periode dat het pand niet het hoofdverblijf is.
Praktisch onderscheid:
|
Gebruik |
Belastingbox |
Belastinggrondslag |
|
Eigen woning |
Box 1 |
Eigenwoningforfait – hypotheekrenteaftrek |
|
Tijdelijke verhuur eigen woning |
Box 1 |
70% van huuropbrengst |
|
Tweede woning / permanente verhuur |
Box 3 |
WOZ-waarde minus schuld |
|
Bedrijfsmatig vastgoed |
Box 1 of vennootschapsbelasting |
Werkelijke winst |
6. Onroerend goed bij emigratie
Wanneer je emigreert en een woning in Nederland aanhoudt, verandert de fiscale behandeling:
- De woning verhuist van Box 1 (eigen woning) naar Box 3 (vermogen).
- Hypotheekrenteaftrek vervalt.
- De waarde (WOZ) blijft belast in Nederland zolang je eigenaar bent.
Bij verhuur wordt rekening gehouden met de leegwaarderatio (waarderingskorting vanwege verhuur).
Voorbeeld:
Je verhuist naar Portugal, maar verhuurt je woning in Rotterdam.
Nederland blijft belasting heffen over de WOZ-waarde in Box 3.
Portugal verleent vrijstelling, want het verdrag bepaalt dat onroerend goed
belast wordt in het land waar het ligt.
7. Onroerend goed in een onderneming of BV
Onroerend goed dat onderdeel uitmaakt van een onderneming of BV wordt anders behandeld:
- De inkomsten (huur, verkoopwinst) worden gezien als ondernemingswinst en vallen in Box 1 (voor IB-ondernemers) of onder de vennootschapsbelasting (voor BV’s).
- Eventuele waardestijgingen en afschrijvingen worden jaarlijks meegenomen in de winstberekening.
- Bij verkoop is de gerealiseerde winst belast.
Bij emigratie van de ondernemer kan een emigratieheffing ontstaan over de stille reserves in het vastgoed.
8. Belastingverdragen: heffingsrecht bij onroerend goed
Vrijwel alle belastingverdragen volgen dezelfde hoofdregel (OESO-modelverdrag, artikel 6):
“Inkomsten uit onroerende zaken mogen worden belast in de staat waarin die zaken zijn gelegen.”
Dat betekent dat:
- Nederland mag heffen over vastgoed in Nederland;
- Het buitenland mag heffen over vastgoed daar;
- Het woonland moet dubbele belasting voorkomen via vrijstelling of verrekening.
Hierdoor blijft onroerend goed altijd belast in het land waar het zich bevindt, ongeacht waar de eigenaar woont.
9. WOZ-waarde en aangifte
De WOZ-waarde (Wet waardering onroerende
zaken) is het uitgangspunt voor de belastingheffing in Box 3.
De gemeente stelt deze waarde jaarlijks vast per 1 januari van het voorgaande
jaar.
Op basis van deze waarde worden niet alleen de gemeentelijke belastingen, maar
ook de inkomstenbelasting berekend.
Bij bezwaar tegen de WOZ-waarde kan de eigenaar binnen zes weken na dagtekening van de beschikking bezwaar indienen.
10. Belasting bij verkoop van onroerend goed
De verkoopwinst op particulier onroerend
goed (bijv. tweede woning) is in Nederland niet belast.
De waardeontwikkeling wordt geacht al te zijn meegenomen via Box 3-heffing.
Bij bedrijfsmatig vastgoed is de winst wel
belast als ondernemingswinst.
Bij emigratie kan de Belastingdienst een conserverende aanslag
(emigratieheffing) opleggen over de waardeaangroei tot het moment van
vertrek.
11. Gemeentelijke en overige belastingen
Naast de inkomstenbelasting betaal je als eigenaar van onroerend goed in Nederland:
- Onroerendezaakbelasting (OZB) aan de gemeente;
- Waterschapslasten;
- en soms precariobelasting of rioolheffing.
Deze belastingen staan los van de nationale inkomstenbelasting en gelden voor iedere eigenaar, ook voor buitenlandse eigenaren.
12. Conclusie
Inkomsten uit onroerend goed worden in Nederland
belast op basis van het plaatsbeginsel: het land waarin het pand zich
bevindt, mag belasting heffen.
Of je nu in Nederland woont of niet, bezit van vastgoed in Nederland betekent
in bijna alle gevallen Nederlandse belastingplicht.
Samengevat:
- Onroerend goed in Nederland is altijd in Nederland belast.
- Eigen woning valt in Box 1; verhuurde of tweede woning in Box 3.
- Buitenlandse eigenaren doen aangifte via het C-biljet.
- Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing.
- Bij emigratie verhuist de woning van Box 1 naar Box 3.
- Bedrijfsmatig vastgoed valt onder winstbelasting (Box 1 of vennootschapsbelasting).
Een correcte fiscale behandeling van vastgoed voorkomt dubbele belasting, naheffingen en juridische misverstanden bij bezit of verhuur van onroerend goed in Nederland.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen betrouwbare informatie over internationale verhuizingen, maar ook diepgaande uitleg over onroerend goed, vastgoedbelastingen en fiscale verplichtingen voor inwoners én niet-inwoners van Nederland.
Inkomsten uit onderneming
Onderworpen aan belastingplicht: inkomsten uit onderneming
Inkomsten uit onderneming vormen een belangrijk
onderdeel van de Nederlandse belastingwetgeving.
Of je nu in Nederland woont of in het buitenland, zodra je in Nederland een
onderneming drijft of winst behaalt, kun je in Nederland belastingplichtig
zijn.
De Belastingdienst kijkt hierbij naar waar de onderneming feitelijk actief is
en waar de winst wordt gerealiseerd.
Het uitgangspunt is dat Nederland belasting mag heffen over winst die in of vanuit Nederland wordt behaald, ongeacht de woonplaats van de ondernemer.
1. Wat wordt gezien als onderneming?
Volgens de Wet inkomstenbelasting 2001 is sprake van een onderneming als er:
- sprake is van duurzame organisatie van arbeid en kapitaal;
- met als doel het behalen van winst;
- waarbij een ondernemer zelfstandig handelt, risico loopt en meerdere opdrachtgevers heeft.
Voorbeelden van ondernemingen:
- eenmanszaken (zzp’ers, freelancers, zelfstandige professionals);
- vennootschappen onder firma (vof);
- maatschappen of commanditaire vennootschappen (cv);
- en buitenlandse ondernemers met een vaste vestiging in Nederland.
De winst uit onderneming valt voor natuurlijke personen in Box 1 (inkomen uit werk en woning) en wordt belast tegen progressieve tarieven tot ca. 49,5%.
2. Binnenlandse belastingplicht: onderneming in Nederland
Wie in Nederland woont en hier een onderneming
drijft, is binnenlands belastingplichtig.
Je betaalt dan inkomstenbelasting over de volledige winst uit je onderneming,
ongeacht of die winst in Nederland of in het buitenland wordt behaald.
Nederland verleent vrijstelling of verrekening voor eventuele buitenlandse
belasting via verdragen.
Belangrijk:
De Belastingdienst beschouwt ook buitenlandse activiteiten van een Nederlandse
ondernemer als onderdeel van de Nederlandse onderneming, tenzij er een vaste
inrichting in het buitenland bestaat.
Voorbeeld:
Een Nederlandse consultant werkt deels in België.
De Belgische inkomsten vallen onder de Nederlandse winst, maar Nederland
verleent vrijstelling voor het deel dat in België belast is (op grond van het
belastingverdrag).
3. Buitenlandse belastingplicht: onderneming in Nederland, wonen in het buitenland
Woon je in het buitenland maar voer je een onderneming (gedeeltelijk) uit in Nederland, dan ben je buitenlands belastingplichtig voor de winst die aan Nederland toekomt.
De Belastingdienst spreekt dan van een vaste
inrichting of vaste vertegenwoordiger in Nederland.
Dat betekent dat je een fysieke aanwezigheid of duurzame activiteit in
Nederland hebt, zoals:
- een kantoor, werkplaats of opslagruimte;
- personeel dat namens jou in Nederland werkt;
- of structurele activiteiten bij Nederlandse klanten.
In dat geval moet je:
- winstbelasting betalen in Nederland (inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting);
- aangifte doen via het C-biljet (als natuurlijk persoon);
- en mogelijk omzetbelasting (btw) afdragen bij de Nederlandse Belastingdienst.
4. Winstbegrip en fiscale winstberekening
De belastbare winst is het verschil tussen:
De totale opbrengsten uit de onderneming – de zakelijke kosten.
Bij de winstbepaling gelden fiscale regels, waaronder:
- Afschrijvingen op bedrijfsmiddelen (machines, auto’s, panden);
- Voorzieningen voor toekomstige kosten (pensioen, onderhoud);
- Investeringsaftrek (bij duurzame investeringen in Nederland);
- Zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling (voor IB-ondernemers).
De winst wordt berekend volgens goed koopmansgebruik en toegerekend aan het land waar de onderneming actief is.
5. Onderneming in Nederland maar buitenlandse activiteiten
Veel ondernemers in Nederland verrichten ook
werkzaamheden buiten Nederland.
In dat geval bepaalt een belastingverdrag welk land belasting mag
heffen.
Volgens het OESO-modelverdrag:
- mag het woonland heffen over de wereldwinst;
- maar het werkland (waar een vaste inrichting is) mag heffen over de winst die aan die inrichting toekomt.
Voorbeeld:
Een Nederlandse architect heeft een langdurig project in Duitsland met een
kantoor aldaar.
Duitsland mag heffen over de winst die via dat kantoor wordt behaald.
Nederland verleent vrijstelling via de vrijstellingsmethode.
6. Onderneming buiten Nederland, maar activiteiten in Nederland
Als je onderneming buiten Nederland is gevestigd, maar regelmatig opdrachten uitvoert in Nederland, moet worden beoordeeld of sprake is van een vaste inrichting in Nederland.
Een buitenlandse onderneming is in Nederland belastingplichtig als:
- er structureel activiteiten plaatsvinden;
- de onderneming hier personeel, materiaal of vaste werkruimte gebruikt;
- en die activiteiten bijdragen aan de winst.
In dat geval moet de winst worden toegerekend aan de Nederlandse vestiging en hier worden belast.
Voorbeeld:
Een Belgische aannemer werkt acht maanden per jaar aan bouwprojecten in
Limburg.
Hij heeft een opslag en vaste werknemers in Nederland.
Nederland beschouwt dit als een vaste inrichting → winstbelasting verschuldigd
in Nederland.
7. Vennootschapsbelasting bij rechtspersonen
Voor rechtspersonen zoals BV’s en NV’s geldt niet
de inkomstenbelasting, maar de vennootschapsbelasting (Vpb).
Ook hierbij geldt:
- Een BV die in Nederland is gevestigd of hier feitelijk wordt bestuurd, is binnenlands belastingplichtig.
- Een buitenlandse vennootschap met een vaste inrichting in Nederland is buitenlands belastingplichtig voor de Nederlandse winst.
De tarieven (2025):
- 19% over de eerste €200.000 winst;
- 25,8% over het meerdere.
Daarnaast kan dividend aan aandeelhouders worden belast in Box 2 (aanmerkelijk belang).
8. Ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling
Binnenlands belastingplichtige ondernemers kunnen gebruikmaken van fiscale faciliteiten, zoals:
- Zelfstandigenaftrek (€ 5.030 bij minimaal 1.225 uur per jaar);
- Startersaftrek (€ 2.123 extra in de eerste drie jaar);
- MKB-winstvrijstelling (14% vrijstelling op winst na aftrekposten).
Buitenlandse ondernemers hebben alleen recht op deze regelingen als ze kwalificerende buitenlands belastingplichtigen zijn, dus:
- in een EU-, EER- of verdragsland wonen;
- en minimaal 90% van hun wereldinkomen in Nederland verdienen.
9. BTW-verplichtingen bij grensoverschrijdende ondernemingen
Ondernemers die diensten of goederen leveren over de grens krijgen te maken met:
- Nederlandse btw (omzetbelasting);
- en mogelijk buitenlandse btw-registratieplicht.
De plaats van levering of dienst bepaalt welk
land btw mag heffen.
Bij structurele activiteiten in Nederland moet een buitenlandse ondernemer zich
registreren bij de Nederlandse Belastingdienst en periodiek btw-aangifte doen.
10. Onderneming en sociale zekerheid
Wie als ondernemer in Nederland werkt, is in
principe verzekerd voor Nederlandse volksverzekeringen (AOW, WLZ, ZVW).
Woon je in het buitenland, dan hangt dit af van:
- de duur van de werkzaamheden;
- of je een A1-verklaring uit je woonland hebt;
- en waar je het centrum van je economische activiteiten hebt.
Binnen de EU gelden afspraken via Verordening (EG) 883/2004, die dubbele verzekering voorkomt.
11. Ondernemers bij emigratie: fiscale gevolgen
Bij emigratie van een ondernemer uit Nederland
kan een emigratieheffing ontstaan.
De Belastingdienst ziet de verplaatsing van je onderneming als een fiscale
afrekening over:
- stille reserves (meerwaarde van bedrijfsmiddelen);
- goodwill;
- en eventueel aanmerkelijk belang in een BV.
Je kunt onder voorwaarden uitstel van betaling
krijgen, zolang de onderneming in een EU-/EER-land wordt voortgezet.
Bij definitieve beëindiging of verplaatsing buiten de EU wordt vaak direct
afgerekend.
12. Praktische verplichtingen
Een ondernemer met (gedeeltelijke) activiteiten in Nederland moet:
- zich inschrijven bij de Kamer van Koophandel (KvK);
- zich registreren bij de Belastingdienst voor inkomstenbelasting en btw;
- een zakelijke administratie bijhouden (7 jaar bewaarplicht);
- en jaarlijks aangifte inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting doen.
Buitenlandse ondernemers zonder vaste vestiging maar mét omzet in Nederland kunnen worden verplicht tot beperkte btw-registratie.
13. Belastingverdragen en toewijzing van winst
Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing door de winst toe te delen aan één land:
- De winst uit een vaste inrichting in Nederland wordt belast in Nederland.
- De rest van de winst wordt belast in het woonland.
- Nederland verleent vrijstelling of verrekening om dubbele belasting te vermijden.
Deze afspraken zijn vastgelegd in de verdragen op basis van het OESO-modelverdrag (artikelen 5 en 7).
14. Conclusie
Inkomsten uit onderneming worden in Nederland
belast wanneer de winst hier wordt gerealiseerd of wanneer de ondernemer in
Nederland woont of werkt.
Of je binnenlands of buitenlands belastingplichtig bent, bepaalt of Nederland
belasting heft over al je winst of alleen over het Nederlandse deel.
Samengevat:
- Binnenlands belastingplichtige → belasting over wereldwinst.
- Buitenlands belastingplichtige → belasting over winst uit Nederlandse activiteiten of vaste inrichting.
- Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing.
- Emigratie van ondernemer kan leiden tot emigratieheffing.
- Ondernemersaftrek en MKB-winstvrijstelling gelden alleen voor kwalificerende belastingplichtigen.
Een juiste fiscale beoordeling van ondernemingsactiviteiten voorkomt dubbele belasting, boetes en verlies van aftrekposten.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen informatie over internationale verhuizingen, maar ook deskundige uitleg over fiscale verplichtingen voor ondernemers, grensoverschrijdend werken en emigratie van ondernemingen, zodat je jouw zakelijke en fiscale positie optimaal kunt voorbereiden bij verplaatsing naar of vanuit Nederland.
Pensioen en uitkeringen
Onderworpen aan belastingplicht: pensioen en uitkeringen
Wie in Nederland woont of uit Nederland inkomen
ontvangt, krijgt te maken met de Nederlandse belastingplicht op pensioenen
en uitkeringen.
Pensioeninkomen is een belangrijke fiscale component, zeker bij emigratie of
langdurig verblijf in het buitenland.
Nederland behoudt in veel gevallen het recht om belasting te heffen over
pensioenen, lijfrentes en sociale uitkeringen die afkomstig zijn uit Nederland
— ook als de ontvanger in een ander land woont.
De exacte belastingverplichting hangt af van je woonland, de soort uitkering, en of er een belastingverdrag bestaat tussen Nederland en dat woonland.
1. Wat valt onder pensioen en uitkeringen?
Onder deze categorie vallen alle periodieke inkomsten die voortkomen uit vroegere arbeid of sociale verzekeringen, waaronder:
|
Categorie |
Voorbeelden |
|
AOW (Algemene Ouderdomswet) |
Wettelijk basispensioen vanuit de Nederlandse overheid |
|
Bedrijfspensioen / aanvullend pensioen |
Pensioen van een pensioenfonds of verzekeraar (bijv. ABP, PFZW, PME) |
|
Lijfrente-uitkeringen |
Uitkeringen uit een particuliere lijfrenteverzekering of banksparen |
|
Sociale uitkeringen |
WW, WIA, WAO, bijstandsuitkering, kinderbijslag, ANW |
|
Nabestaanden- en invaliditeitspensioenen |
Uitkeringen aan partner of erfgenamen bij overlijden of arbeidsongeschiktheid |
Deze inkomsten worden in Nederland in principe belast in Box 1: inkomen uit werk en woning.
2. Binnenlandse belastingplicht: wonen in Nederland
Wie in Nederland woont, is binnenlands belastingplichtig en betaalt belasting over zijn wereldwijde inkomen, dus ook over buitenlandse pensioenen en uitkeringen.
Voorbeeld:
Je woont in Nederland, maar ontvangt een Belgisch pensioen en een Nederlandse
AOW.
→ Nederland belast beide inkomsten, maar via het belastingverdrag met België
kan een vrijstelling of verrekening worden toegepast voor het Belgische deel.
Bij binnenlandse belastingplicht gelden de normale Nederlandse tarieven en heffingskortingen, zoals:
- ouderenkorting;
- alleenstaande ouderenkorting;
- en algemene heffingskorting.
3. Buitenlandse belastingplicht: wonen in het buitenland, pensioen uit Nederland
Wie in het buitenland woont maar een pensioen
of uitkering uit Nederland ontvangt, wordt meestal buitenlands
belastingplichtig.
Nederland mag dan belasting heffen over het inkomen dat uit Nederland afkomstig
is, zoals:
- AOW-uitkering;
- Nederlands bedrijfspensioen;
- lijfrente of banksparen;
- of uitkering uit een Nederlandse sociale zekerheidsregeling.
De hoogte en wijze van belastingheffing hangen af van:
- het belastingverdrag tussen Nederland en het woonland;
- en of Nederland het heffingsrecht behoudt.
De belasting wordt ingehouden via loonheffing
door de uitvoerder (bijv. SVB, pensioenfonds of verzekeraar).
Daarna kan in het woonland een verrekening of vrijstelling plaatsvinden.
4. Wie houdt belasting in?
Bij buitenlandse belastingplicht wordt de belasting doorgaans automatisch ingehouden door:
- de Sociale Verzekeringsbank (SVB) voor AOW en ANW;
- het pensioenfonds of de verzekeraar voor aanvullende pensioenen;
- of de uitkeringsinstantie (UWV of gemeente) voor sociale uitkeringen.
De ingehouden loonheffing geldt als voorheffing
op de inkomstenbelasting in Nederland.
In sommige gevallen moet nog een jaarlijkse aangifte (C-biljet) worden gedaan
om vrijstellingen of verdragskortingen toe te passen.
5. AOW bij wonen in het buitenland
De AOW is een wettelijke volksverzekering.
Je bouwt AOW op voor elk jaar dat je tussen je 15e en 67e levensjaar verzekerd
bent geweest in Nederland.
Bij emigratie stopt de verdere opbouw, tenzij:
- je werkt voor een Nederlandse werkgever met A1-verklaring;
- of je vrijwillig verzekerd blijft bij de SVB.
Bij wonen in het buitenland blijft Nederland
meestal belasting heffen over de AOW, tenzij het belastingverdrag anders
bepaalt.
Veel landen (zoals België, Spanje en Frankrijk) laten Nederland het
heffingsrecht behouden.
Let op:
De AOW wordt netto lager uitbetaald als je geen recht meer hebt op Nederlandse
heffingskortingen (alleen nog mogelijk bij kwalificerende buitenlandse
belastingplicht).
6. Bedrijfspensioen (aanvullend pensioen)
Bedrijfspensioenen worden opgebouwd via de
werkgever bij een pensioenfonds of verzekeraar.
Bij uitbetaling geldt hetzelfde uitgangspunt als bij de AOW: het land waar de
pensioenuitvoerder gevestigd is, mag doorgaans belasting heffen.
Volgens het OESO-modelverdrag (artikel 18):
“Pensioenen en andere soortgelijke beloningen worden belast in de staat van herkomst, tenzij het verdrag anders bepaalt.”
In de praktijk betekent dit dat Nederland mag heffen over pensioenen afkomstig van Nederlandse fondsen, zoals:
- ABP, PME, PFZW, PMT, of
- verzekeraars zoals Nationale-Nederlanden, Aegon of ASR.
Het woonland verleent dan vrijstelling of verrekening.
Voorbeeld:
Een gepensioneerde verhuist naar Portugal.
Zijn ABP-pensioen blijft in Nederland belast; Portugal verleent vrijstelling.
Bij verhuizing naar Frankrijk geldt hetzelfde principe.
7. Lijfrente-uitkeringen
Een lijfrente (via verzekering of banksparen) is
een privévoorziening voor aanvullend pensioen.
De uitkeringen worden in Nederland belast zodra ze worden uitgekeerd.
Bij emigratie:
- blijft Nederland meestal heffingsbevoegd voor de uitkeringen uit Nederlandse lijfrentes;
- tenzij het verdrag het heffingsrecht aan het woonland toekent.
De uitvoerder (bank of verzekeraar) houdt loonheffing in, tenzij vrijstelling is aangevraagd via een “Verklaring vrijstelling loonheffing” bij de Belastingdienst Buitenland.
8. Sociale uitkeringen bij emigratie
Bij sommige uitkeringen stopt het recht zodra je Nederland verlaat, terwijl andere kunnen worden meegenomen naar het buitenland.
|
Uitkering |
Mag worden meegenomen? |
Belastingheffing |
|
AOW |
Ja |
Nederland (meestal) |
|
ANW |
Ja |
Nederland |
|
WIA / WAO |
Beperkt, afhankelijk van land |
Nederland |
|
WW |
Alleen binnen EU, tijdelijk |
Nederland |
|
Bijstand (Participatiewet) |
Nee |
Vervalt bij emigratie |
|
Kinderbijslag |
Ja, mits verzekerd |
Nederland |
Bij emigratie buiten de EU vervallen vaak de
rechten op sociale uitkeringen.
Binnen de EU gelden coördinatieregels (Verordening 883/2004), die export
van bepaalde uitkeringen toestaan.
9. Kwalificerende buitenlands belastingplichtige
Buitenlandse gepensioneerden die in de EU of EER
wonen, kunnen in Nederland kiezen voor de status van kwalificerende
buitenlands belastingplichtige.
Voorwaarde:
- Minimaal 90% van het wereldinkomen wordt in Nederland belast.
Voordeel:
- Toegang tot Nederlandse aftrekposten (bijv. hypotheekrenteaftrek);
- Toepassing van algemene en ouderenkorting;
- Lagere nettoheffing over pensioen en AOW.
Deze status moet jaarlijks worden aangevraagd bij de Belastingdienst Buitenland (Heerlen).
10. Dubbele belasting en belastingverdragen
Omdat zowel Nederland (bronland) als het woonland belasting kan heffen over pensioenen en uitkeringen, bestaan er belastingverdragen om dubbele heffing te voorkomen.
In de meeste verdragen:
- krijgt Nederland het recht om te heffen over publieke pensioenen (AOW, overheidsdienst);
- en soms ook over private pensioenen (bedrijfspensioenen en lijfrentes).
Het woonland verleent vervolgens vrijstelling of verrekening.
Voorbeeld:
Een oud-leraar van de overheid woont in Frankrijk en ontvangt AOW +
ABP-pensioen.
Zowel AOW als ABP-pensioen worden in Nederland belast; Frankrijk verleent
vrijstelling via het verdrag.
11. Pensioen en emigratieheffing
Bij vertrek uit Nederland kan een emigratieheffing (conserverende aanslag) ontstaan over opgebouwde pensioenen of lijfrentekapitaal, wanneer:
- het pensioen nog niet is ingegaan, én
- het risico bestaat dat het vermogen naar het buitenland wordt overgebracht.
De Belastingdienst stelt dan een conserverende
aanslag vast, maar stelt betaling uit zolang het pensioen in Nederland
blijft en aan de voorwaarden voldoet.
Wordt het pensioen later uitgekeerd of overgedragen naar het buitenland, dan
wordt alsnog afgerekend.
12. Belastingtarieven en heffingskortingen
Inkomsten uit pensioen en uitkeringen worden
belast volgens de progressieve tarieven van Box 1.
Voor AOW-gerechtigden gelden lagere tarieven in de eerste schijf, omdat zij
geen AOW-premie meer betalen.
De volgende heffingskortingen kunnen van toepassing zijn:
- Algemene heffingskorting;
- Ouderenkorting;
- Alleenstaande ouderenkorting;
- Inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Bij buitenlandse belastingplicht gelden deze kortingen alleen als men kwalificerend is.
13. Praktische verplichtingen
Iedereen die een Nederlands pensioen of uitkering ontvangt in het buitenland, moet:
- jaarlijks aangifte doen via het C-biljet (buitenlandse belastingplicht);
- bij emigratie het M-biljet indienen voor het jaar van vertrek;
- en wijzigingen in adres of woonland doorgeven aan SVB, UWV en pensioenfonds.
Sommige landen eisen bovendien een levensbewijs (attest de vie) om uitbetaling voort te zetten.
14. Conclusie
Pensioenen en uitkeringen blijven vaak fiscaal
verbonden aan Nederland, ook na emigratie.
Nederland behoudt meestal het heffingsrecht, vooral over AOW en
bedrijfspensioenen.
Belastingverdragen voorkomen dat je dubbel belasting betaalt, en via de
kwalificerende status kunnen bepaalde aftrekposten behouden blijven.
Samengevat:
- Binnenlands belastingplichtig → belasting over wereldwijde pensioenen en uitkeringen.
- Buitenlands belastingplichtig → belasting over Nederlandse pensioenen en uitkeringen.
- Nederland behoudt vaak het heffingsrecht via verdragen.
- AOW-opbouw stopt bij emigratie, tenzij vrijwillig verzekerd.
- Kwalificerende status geeft recht op heffingskortingen.
- Emigratie kan leiden tot conserverende aanslag over nog niet-uitgekeerde pensioenrechten.
Een juiste fiscale behandeling van pensioen en uitkeringen voorkomt dubbele belasting, verlies van rechten en onverwachte heffingen.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen informatie over internationale verhuizingen, maar ook betrouwbare toelichting over pensioen, sociale zekerheid en belastingplicht bij wonen in het buitenland, zodat je jouw financiële toekomst zorgvuldig en fiscaal correct kunt plannen.
Belastingverdragen
Onderworpen aan belastingplicht: belastingverdragen
Bij internationale situaties — zoals werken,
wonen of ondernemen over de grens — kan iemand in meerdere landen
belastingplichtig zijn.
Zonder afspraken zou dat leiden tot dubbele belasting, waarbij twee
landen over hetzelfde inkomen belasting heffen.
Om dat te voorkomen sluit Nederland bilaterale belastingverdragen met
andere landen.
Belastingverdragen bepalen welk land belasting
mag heffen over specifieke inkomsten, hoe dubbele belasting wordt voorkomen
en hoe belastingdiensten informatie uitwisselen.
Ze vormen de juridische basis van de internationale fiscale samenwerking.
1. Wat is een belastingverdrag?
Een belastingverdrag is een overeenkomst tussen twee landen waarin wordt vastgelegd:
- welk land belasting mag heffen over welke inkomenssoorten (bijv. loon, pensioen, winst, onroerend goed);
- hoe dubbele belasting wordt voorkomen (vrijstelling of verrekening);
- en hoe landen samenwerken om belastingontduiking te bestrijden.
Nederland heeft op dit moment belastingverdragen met meer dan 90 landen, verspreid over Europa, Azië, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Oceanië.
De meeste verdragen zijn gebaseerd op het OESO-modelverdrag, dat als internationaal standaardkader dient.
2. Doel van belastingverdragen
Belastingverdragen hebben drie hoofddoelen:
- Voorkomen van dubbele belasting
Zodat iemand niet in twee landen belasting betaalt over hetzelfde inkomen. - Voorkomen van dubbele niet-belasting
Zodat inkomen niet helemaal onbelast blijft doordat beide landen geen heffingsrecht claimen. - Bevorderen van eerlijke handel en grensoverschrijdend werk
Door duidelijkheid te scheppen over belastingregels voor werknemers, bedrijven en gepensioneerden.
3. Belangrijkste soorten inkomens in belastingverdragen
Elk belastingverdrag bevat bepalingen over
verschillende soorten inkomsten.
De belangrijkste zijn:
|
Soort inkomen |
Wie mag heffen volgens het OESO-modelverdrag |
|
Onroerend goed |
Het land waar het onroerend goed ligt |
|
Winst uit onderneming |
Het woonland, tenzij er een vaste inrichting is in het andere land |
|
Loon / arbeidsinkomen |
Het werkland (plaats waar arbeid feitelijk wordt verricht) |
|
Pensioen en lijfrente |
Meestal het bronland (waar het pensioen is opgebouwd) |
|
Dividenden, rente en royalty’s |
Beide landen, maar het bronland beperkt tot een maximumpercentage |
|
Vermogen (Box 3) |
Meestal het woonland |
|
Overheidsinkomen |
Het land dat de overheidsprestatie betaalt (bijv. ambtenarensalarissen) |
Deze verdeling zorgt ervoor dat belastingheffing eerlijk wordt verdeeld tussen woon- en werklanden.
4. Methoden om dubbele belasting te voorkomen
Belastingverdragen kennen twee hoofdmethode om dubbele belasting te voorkomen:
- Vrijstellingsmethode (exemptie)
Nederland heft geen belasting over inkomsten die in het andere land zijn belast, maar houdt ze wel mee voor het belastingtarief (progressievoorbehoud). - Veel gebruikt bij arbeidsinkomen of ondernemingswinst.
- Voorbeeld: werken in Duitsland, wonen in Nederland → Duitsland heft, Nederland verleent vrijstelling.
- Verrekeningsmethode (credit)
Nederland heft belasting, maar verrekent de in het buitenland betaalde belasting. - Toegepast bij dividenden, rente of buitenlandse pensioenen.
- Voorbeeld: buitenlandse belasting over dividend wordt verrekend met Nederlandse inkomstenbelasting.
5. Belastingverdrag versus nationaal recht
Het belastingverdrag heeft voorrang boven
het nationale recht.
Dat betekent dat zelfs als de Nederlandse wet bepaalt dat iemand
belastingplichtig is, het verdrag kan bepalen dat het heffingsrecht naar een
ander land verschuift.
De Belastingdienst moet dan het verdrag
toepassen, ook als dit leidt tot een lagere Nederlandse belastingopbrengst.
Dit beginsel is vastgelegd in artikel 94 van de Grondwet en in de Wet
op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen (WIBB).
6. Belastingverdragen en de woonplaatsbepaling
De fiscale woonplaats is vaak bepalend
voor welk land mag heffen.
Het verdrag bevat daarom zogeheten tie-breaker rules om te bepalen in
welk land iemand officieel woont als beide landen aanspraak maken op
inwonerschap.
De volgorde is:
- Land met een duurzame woning.
- Land met sterkste persoonlijke en economische binding.
- Land waar men gewoonlijk verblijft.
- Land waarvan men staatsburger is.
- Overleg tussen landen (bij onduidelijkheid).
Deze regels voorkomen dat iemand in twee landen tegelijk als inwoner wordt beschouwd.
7. Informatie-uitwisseling tussen landen
Moderne belastingverdragen bevatten bepalingen
over uitwisseling van fiscale gegevens.
Nederland neemt deel aan internationale afspraken zoals:
- de Common Reporting Standard (CRS) van de OESO;
- en de EU-richtlijn DAC6 (rapportageplichtige grensoverschrijdende constructies).
Daardoor kunnen belastingdiensten elkaars
gegevens over bankrekeningen, vermogen en inkomen inzien.
Dit bevordert transparantie en voorkomt dat vermogen of inkomsten worden
verzwegen in het buitenland.
8. Speciale verdragen en afspraken binnen de EU
Binnen de Europese Unie gelden naast bilaterale verdragen ook EU-richtlijnen, zoals:
- de Moeder-dochterrichtlijn (vrijstelling van dividendbelasting binnen EU-bedrijven);
- de Interest- en royaltyrichtlijn (vrijstelling voor grensoverschrijdende rente- en royaltybetalingen);
- en de Verordening 883/2004 over coördinatie van sociale zekerheid.
Deze richtlijnen hebben directe werking in Nederland en vullen belastingverdragen aan.
9. Belastingverdragen met specifieke landen
Nederland heeft met de meeste landen vergelijkbare verdragen, maar er zijn belangrijke verschillen:
|
Land |
Belangrijk kenmerk van het verdrag |
|
België |
Werknemersverdrag met specifieke regels voor grensarbeiders. |
|
Duitsland |
Woonland heffing over pensioen, tenzij publiek pensioen. |
|
Frankrijk |
Nederland mag heffen over AOW en overheidspensioen. |
|
Spanje |
Strikte scheiding: werkland heft over loon, woonland over vermogen. |
|
Verenigde Staten |
Specifieke bepalingen over sociale zekerheid (Totalization Agreement). |
|
Zwitserland |
Beperkte bronbelasting over pensioenen en dividenden. |
De inhoud van een verdrag kan dus grote invloed hebben op het uiteindelijke netto-inkomen bij emigratie of grensarbeid.
10. Aanvraag vrijstelling of verrekening
Wie in het buitenland woont maar inkomen uit Nederland ontvangt (zoals pensioen of loon), kan bij de Belastingdienst Buitenland:
- vrijstelling van loonheffing aanvragen, of
- verrekening van buitenlandse belasting in de Nederlandse aangifte toepassen.
Hiervoor zijn bewijsstukken nodig, zoals:
- een woonplaatsverklaring van de buitenlandse belastingdienst;
- bewijs van ingehouden buitenlandse belasting;
- en kopieën van inkomensspecificaties.
De Belastingdienst controleert op basis van het verdrag of de vrijstelling terecht is.
11. Belastingverdragen en ondernemingen
Voor bedrijven bepalen belastingverdragen waar winst
uit internationale activiteiten mag worden belast.
Belangrijk is het begrip vaste inrichting:
Een vaste plaats van bedrijf (zoals een kantoor, fabriek of werkplaats) waar activiteiten van de onderneming duurzaam worden uitgeoefend.
De winst wordt toegerekend aan de vaste
inrichting en belast in het land waar die zich bevindt.
Het woonland van de onderneming verleent vervolgens vrijstelling of
verrekening.
Ook bepalen verdragen:
- welk land bronbelasting mag heffen op dividend, rente en royalty’s;
- en hoe dubbele vennootschapsbelasting wordt voorkomen.
12. Belastingverdragen en natuurlijke personen
Voor particulieren hebben belastingverdragen vooral invloed op:
- loon uit werk in het buitenland;
- pensioen en AOW;
- inkomen uit onroerend goed;
- aandelen, dividenden en rente;
- en erf- en schenkbelasting (in aparte verdragen geregeld).
Deze verdragen zorgen ervoor dat het woonland of
werkland niet dubbel heft.
Voor gepensioneerden is dit cruciaal om te weten welk land belasting over het
pensioen mag heffen.
13. Geen belastingverdrag: Besluit voorkoming dubbele belasting (Bvdb)
Als er géén belastingverdrag bestaat, voorkomt
Nederland dubbele heffing via het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001
(Bvdb).
Dat besluit past grotendeels dezelfde principes toe als de verdragen:
- vrijstelling voor buitenlandse inkomsten;
- verrekening van buitenlandse bronbelasting.
Hierdoor blijft ook zonder verdrag een redelijke verdeling van het heffingsrecht bestaan.
14. Hoe vind je het juiste belastingverdrag?
Alle geldende belastingverdragen zijn openbaar beschikbaar via:
- de website van de Belastingdienst (onderdeel: Internationaal belastingrecht);
- of via de Rijksoverheid.nl onder “Lijst belastingverdragen Nederland”.
Daarin kun je per land de artikelen over loon,
pensioen, vermogen of onderneming raadplegen.
Voor complexe situaties (zoals meerdere inkomensbronnen in verschillende
landen) is professioneel fiscaal advies aanbevolen.
15. Conclusie
Belastingverdragen vormen de ruggengraat van het
internationale belastingrecht.
Ze zorgen ervoor dat inkomsten, vermogen en ondernemingswinsten eerlijk worden
verdeeld tussen landen, zonder dubbele belasting of juridische onzekerheid.
Samengevat:
- Belastingverdragen bepalen welk land mag heffen over bepaalde inkomsten.
- Dubbele belasting wordt voorkomen via vrijstelling of verrekening.
- Het verdrag heeft voorrang boven nationale wetgeving.
- De woonplaats en aard van het inkomen zijn doorslaggevend.
- Nederland heeft verdragen met ruim 90 landen wereldwijd.
Een goed begrip van het belastingverdrag tussen Nederland en je woon- of werkland is essentieel om te weten waar en hoeveel belasting je moet betalen.
Via jeofferte.nl vind je niet alleen informatie over internationale verhuizingen, maar ook uitgebreide uitleg over belastingverdragen, fiscale woonplaats en grensoverschrijdende inkomsten, zodat je altijd fiscaal correct en volledig geïnformeerd kunt handelen.
Box 1, 2 en 3-heffing
Onderworpen aan belastingplicht: Box 1-, 2- en 3-heffing
Het Nederlandse belastingstelsel kent drie
zogenoemde boxen binnen de inkomstenbelasting: Box 1, Box 2 en Box 3.
Elke box belast een ander soort inkomen volgens eigen regels, tarieven en
vrijstellingen.
Het boxenstelsel zorgt ervoor dat arbeid, ondernemerschap, vermogen en
beleggingen op een gescheiden maar samenhangende manier worden belast.
Of iemand binnenlands of buitenlands
belastingplichtig is, bepaalt in welke mate deze boxen van toepassing zijn.
Binnenlandse belastingplichtigen betalen belasting over hun wereldwijde
inkomen in alle boxen; buitenlandse belastingplichtigen alleen over het Nederlandse
deel.
1. Overzicht van de drie boxen
|
Box |
Soort inkomen |
Belastinggrondslag |
Belastingtarief (2025) |
|
Box 1 |
Inkomen uit werk en woning |
Loon, winst, uitkeringen, eigen woning |
Progressief: 36,97% tot €75.518, daarna 49,5% |
|
Box 2 |
Inkomen uit aanmerkelijk belang |
Dividend en verkoopwinst op aandelen (>5%) |
24,5% (basistarief) tot 33% (hoog tarief) |
|
Box 3 |
Inkomen uit sparen en beleggen |
Vermogen: spaargeld, beleggingen, tweede woning |
Vermogensrendementsheffing over fictief rendement |
2. Box 1 – Inkomen uit werk en woning
Box 1 omvat alle
inkomsten die voortkomen uit actieve arbeid of prestaties, zoals werken
in loondienst, ondernemen of ontvangen uitkeringen.
Ook de eigen woning (hoofdverblijf) valt in deze box.
a. Inkomsten die onder Box 1 vallen
- Loon, salaris en bonussen (arbeidsovereenkomst);
- Winst uit onderneming (eenmanszaak, vof, zzp);
- Resultaat uit overige werkzaamheden (freelancers, neveninkomsten);
- Uitkeringen (WW, WIA, AOW, pensioen);
- Periodieke uitkeringen en alimentatie;
- Eigenwoningforfait (waardevoordeel van het eigen huis).
b. Aftrekposten in Box 1
- Hypotheekrenteaftrek (voor de eigen woning);
- Zelfstandigenaftrek, startersaftrek en MKB-winstvrijstelling;
- Reisaftrek, scholingskosten (onder voorwaarden);
- Betaalde alimentatie;
- Giften aan erkende goede doelen (ANBI).
c. Progressieve belastingtarieven
Box 1 kent progressieve tarieven: hoe hoger het inkomen, hoe hoger het percentage.
Belastingtarieven 2025 (voor AOW-leeftijd):
|
Schijf |
Inkomen |
Tarief |
|
1 |
tot €75.518 |
36,97% (incl. premies volksverzekeringen) |
|
2 |
boven €75.518 |
49,50% |
Voor AOW-gerechtigden gelden lagere tarieven in de eerste schijf, omdat zij geen AOW-premie meer betalen.
d. Eigen woning
De eigen woning (hoofdverblijf) wordt belast via
het eigenwoningforfait, een percentage van de WOZ-waarde.
De betaalde hypotheekrente mag worden afgetrokken.
Bij verhuizing naar het buitenland vervalt de hypotheekrenteaftrek, en verhuist
de woning naar Box 3.
e. Voorbeelden
- Werknemer met €60.000 loon → belast in Box 1.
- Ondernemer met €40.000 winst → Box 1, met aftrekposten.
- Eigen woning WOZ €350.000 met €7.000 hypotheekrente → Box 1 (nettoresultaat na forfait).
3. Box 2 – Inkomen uit aanmerkelijk belang
Box 2 is bedoeld
voor mensen die een aanmerkelijk belang (AB) hebben in een vennootschap.
Dat betekent dat iemand minimaal 5% van de aandelen, winstbewijzen of
stemrechten bezit in een BV of NV.
Box 2 belast zowel de uitkeringen (dividend) als de verkoopwinst op deze aandelen.
a. Inkomsten die onder Box 2 vallen
- Dividenduitkeringen van een BV waarin je 5% of meer bezit;
- Verkoopwinst bij overdracht van aandelen;
- Vervreemding, inkoop of liquidatie-uitkering van aandelen;
- Leningen aan de eigen BV boven de wettelijke grens (vanaf 2023 geldt de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap).
b. Tarieven Box 2 (vanaf 2024-2025)
- 24,5% over de eerste €67.000 per persoon (basistarief);
- 33% over het meerdere (hoog tarief).
Voor fiscale partners geldt de verdubbeling van de eerste schijf (€134.000 gezamenlijk).
c. Verdeling winstbelasting en Box 2
De totale belastingdruk op BV-inkomen bestaat uit:
- Vennootschapsbelasting (Vpb) over de winst van de BV;
- Box 2-heffing bij uitkering van dividend aan de aandeelhouder.
Voorbeeld:
Een BV behaalt €100.000 winst → betaalt 19% Vpb → €81.000 over.
Bij uitkering aan de dga → 24,5% Box 2-belasting → effectief ±39% totaal.
d. Buitenlands belastingplichtige aandeelhouders
Ook buitenlandse aandeelhouders met een aanmerkelijk belang in een Nederlandse BV zijn buitenlands belastingplichtig in Nederland voor hun dividenden of verkoopwinst, tenzij een belastingverdrag de heffing beperkt.
4. Box 3 – Inkomen uit sparen en beleggen
Box 3 belast het
vermogen dat iemand bezit per 1 januari van het belastingjaar, zoals spaargeld,
beleggingen en onroerend goed (niet-eigen woning).
Niet het werkelijke rendement, maar een fictief rendement wordt belast.
a. Vermogen dat onder Box 3 valt
- Spaargeld op rekeningen (in binnen- en buitenland);
- Beleggingen (aandelen, obligaties, fondsen);
- Tweede woningen, vakantiewoningen of verhuurd vastgoed;
- Vorderingen, cryptovaluta en rechten van vruchtgebruik;
- Schulden (onder voorwaarden aftrekbaar).
b. Vrijstellingen
- Heffingsvrij vermogen (2025): €57.000 per persoon (€114.000 voor fiscale partners).
- Groene beleggingen: vrijstelling tot €65.072 per persoon + extra heffingskorting.
- Schulden: aftrekbaar boven drempel van €3.400.
c. Berekening Box 3-heffing (sinds 2023)
De Belastingdienst kijkt naar de samenstelling van het vermogen:
- spaargeld (lager fictief rendement, ca. 1%);
- beleggingen (hoger fictief rendement, ca. 6%);
- schulden (negatief rendement).
Het rendement wordt berekend op basis van
gemiddelde marktcijfers (het zogenoemde forfaitaire stelsel).
Daarover geldt een belastingtarief van 34% (vanaf 2025).
d. Voorbeeldberekening Box 3
Totale bezittingen: €200.000
Schulden: €20.000
Heffingsvrij vermogen: €57.000
→ Belastbaar vermogen: €123.000
→ Fictief rendement (bijv. 3%) = €3.690
→ Belasting: 34% van €3.690 = €1.254
e. Buitenlandse belastingplicht
Wie in het buitenland woont maar nog vermogen in
Nederland heeft (zoals vastgoed), betaalt in Nederland Box 3-belasting over dat
Nederlandse vermogen.
Buitenlands spaargeld of beleggingen blijven buiten beschouwing.
5. Samenhang tussen de boxen
De drie boxen zijn juridisch gescheiden, maar vullen elkaar aan:
|
Situatie |
Betrokken box |
|
Werken in loondienst |
Box 1 |
|
Winst uit onderneming (zzp) |
Box 1 |
|
Dividend uit BV (5%+ belang) |
Box 2 |
|
Spaargeld of beleggingen |
Box 3 |
|
Tweede woning of verhuur |
Box 3 |
|
Eigen woning |
Box 1 |
|
Verkoop aandelen eigen BV |
Box 2 |
|
Pensioen of lijfrente |
Box 1 |
Het is niet mogelijk om verliezen in de ene box
te verrekenen met winsten in een andere.
Wel kan binnen een box verliesverrekening plaatsvinden (bijv. Box 1:
ondernemingsverlies verrekenen met toekomstige winst).
6. Boxen en internationale situaties
Bij buitenlandse belastingplicht wordt slechts belasting geheven over Nederlands inkomen:
|
Box |
Buitenlandse belastingplichtige betaalt belasting over: |
|
Box 1 |
Loon, winst of pensioen uit Nederland |
|
Box 2 |
Dividend en verkoopwinst uit Nederlandse BV |
|
Box 3 |
Vermogen dat in Nederland ligt (bijv. onroerend goed) |
Buitenlands spaargeld of buitenlandse
ondernemingen vallen dus niet onder Nederlandse belastingplicht.
Belastingverdragen bepalen bovendien of Nederland of het woonland mag heffen.
7. Belastingdruk in samenhang
Een realistische inschatting van de totale belastingdruk ziet er als volgt uit:
|
Soort inkomen |
Box |
Netto belastingdruk (gemiddeld) |
|
Loon / winst |
Box 1 |
37–49% |
|
Dividend uit eigen BV |
Box 2 (na Vpb) |
±39–43% totaal |
|
Spaargeld / beleggingen |
Box 3 |
±0,6–1,5% effectief van vermogen |
|
Huur uit tweede woning |
Box 3 |
via fictief rendement |
|
Pensioen / lijfrente |
Box 1 |
progressief tarief |
8. Fiscale planning en optimalisatie
Een goed begrip van de drie boxen maakt het mogelijk om inkomsten fiscaal gunstig te structureren:
- Ondernemers kunnen winst uit onderneming (Box 1) omzetten in BV-structuur (Box 2) voor lagere heffing.
- Vermogende particulieren kunnen spaargeld spreiden over Box 3-vrijstellingen (groen beleggen, partners).
- Expats en emigranten kunnen hun fiscale woonplaats optimaliseren om dubbele belasting te vermijden.
Voor internationale situaties is afstemming met een fiscalist cruciaal, zeker bij dubbele belastingplicht of emigratie.
9. Conclusie
Het Nederlandse boxenstelsel verdeelt de
inkomstenbelasting over drie hoofdgebieden: werk (Box 1), ondernemingsbelangen
(Box 2) en vermogen (Box 3).
De indeling bepaalt niet alleen het belastingtarief, maar ook welke
aftrekposten en vrijstellingen van toepassing zijn.
Samengevat:
- Box 1: actieve inkomsten uit werk, onderneming en woning → progressieve tarieven.
- Box 2: inkomsten uit aanmerkelijk belang → 24,5% tot 33%.
- Box 3: vermogen en beleggingen → fictief rendement, 34% heffing.
- Binnenlandse belastingplicht → belasting over wereldwijde inkomsten.
- Buitenlandse belastingplicht → belasting over Nederlandse bronnen.
- Belastingverdragen voorkomen dubbele heffing.
Een goed inzicht in de werking van de drie boxen is essentieel voor iedereen die in Nederland woont, werkt of vermogen bezit — én voor wie (deels) in het buitenland belastingplichtig is.
Via jeofferte.nl vind je betrouwbare informatie over inkomstenbelasting, fiscale woonplaats en internationale belastingverplichtingen, zodat je je financiële en fiscale situatie goed kunt plannen bij wonen, werken of ondernemen binnen én buiten Nederland.
Tijdelijke verblijven in het buitenland
Onderworpen aan belastingplicht: tijdelijke verblijven in het buitenland
Steeds meer Nederlanders verblijven tijdelijk in
het buitenland — bijvoorbeeld voor werk, studie, detachering,
vrijwilligerswerk, medische behandeling of een sabbatical.
Zo’n tijdelijk verblijf roept belangrijke vragen op over de belastingplicht,
sociale verzekeringen en aangifteplichten.
De kernvraag luidt:
“Blijf je tijdens een tijdelijk verblijf in het buitenland belastingplichtig in Nederland?”
Het antwoord hangt af van de duur, het doel en de
feitelijke omstandigheden van het verblijf.
De Nederlandse Belastingdienst beoordeelt bij elk individueel geval of je fiscale
woonplaats in Nederland blijft, of dat die verschuift naar het buitenland.
1. Wanneer is sprake van een tijdelijk verblijf?
Van een tijdelijk verblijf is sprake als iemand:
- voor een beperkte periode naar het buitenland vertrekt (en van plan is terug te keren);
- zijn persoonlijke en economische belangen grotendeels in Nederland behoudt;
- en formeel niet emigreert (geen permanente verhuizing).
Voorbeelden van tijdelijke verblijven:
- Uitzending door een Nederlandse werkgever voor enkele maanden of jaren;
- Stage, studie of onderzoek in het buitenland;
- Tijdelijk verblijf in een tweede woning in het buitenland;
- Vrijwilligerswerk of sabbatical buiten Nederland;
- Seizoenswerk of projectwerk in het buitenland.
Zolang de band met Nederland overheersend blijft, blijft men binnenlands belastingplichtig.
2. Fiscale woonplaats: de beslissende factor
De fiscale woonplaats bepaalt waar iemand
belastingplichtig is.
De Belastingdienst kijkt daarbij naar feitelijke omstandigheden, niet
alleen naar inschrijving in de gemeente.
Belangrijke criteria:
- Waar woont het gezin (partner, kinderen)?
- Waar bevindt zich de eigen woning?
- Waar wordt gewerkt of gestudeerd?
- Waar bevinden zich bankrekeningen, verzekeringen en lidmaatschappen?
- Waar ligt het sociaal en economisch leven (arts, school, sportclub, etc.)?
Blijven deze factoren overwegend in Nederland, dan blijf je binnenlands belastingplichtig — ook bij langdurig verblijf in het buitenland.
3. Binnenlandse belastingplicht tijdens tijdelijk verblijf
Wie tijdelijk in het buitenland verblijft maar
zijn centrum van levensbelangen in Nederland houdt, blijft volledig
binnenlands belastingplichtig.
Dat betekent:
- Belasting over wereldwijd inkomen (inkomen in binnen- én buitenland);
- Recht op aftrekposten en heffingskortingen;
- Verplichte Nederlandse belastingaangifte.
De eventuele belasting die in het buitenland wordt betaald, wordt via een belastingverdrag verrekend of vrijgesteld om dubbele belasting te voorkomen.
Voorbeeld:
Een Nederlandse ingenieur werkt zes maanden in Noorwegen voor een Nederlands
bedrijf.
Zijn gezin en woning blijven in Nederland.
→ Nederland blijft zijn woonland, Noorwegen mag over het loon heffen, Nederland
verleent vrijstelling via het belastingverdrag.
4. Tijdelijk verblijf langer dan een jaar
Bij een verblijf van langer dan 12 maanden
beoordeelt de Belastingdienst opnieuw of het nog als tijdelijk geldt.
Als blijkt dat het verblijf feitelijk structureel wordt — bijvoorbeeld bij
langdurige detachering, gezinsverhuizing of woningverkoop in Nederland — kan de
belastingplicht verschuiven naar buitenlands belastingplicht.
Er is geen vaste grens, maar doorgaans geldt:
- Tot 1 jaar → vrijwel altijd binnenlands belastingplichtig;
- 1 tot 5 jaar → afhankelijk van omstandigheden;
- Meer dan 5 jaar → meestal buitenlandse belastingplicht.
5. Belastingverdragen bij tijdelijk verblijf
Bij tijdelijk verblijf in een verdragsland
bepaalt het belastingverdrag welk land belasting mag heffen over het
inkomen.
Meestal geldt:
- Loon of winst wordt belast in het werkland als het verblijf daar langer dan 183 dagen duurt binnen 12 maanden;
- Het woonland (Nederland) verleent dan vrijstelling of verrekening.
Deze zogenoemde 183-dagenregeling is opgenomen in artikel 15 van de meeste belastingverdragen (volgens het OESO-modelverdrag).
Voorbeeld:
Een Nederlandse IT-consultant werkt acht maanden in Zwitserland.
→ Zwitserland mag belasting heffen over dat loon, Nederland verleent
vrijstelling.
Blijft de consultant korter dan 183 dagen en wordt loon uit Nederland betaald,
dan heft Nederland.
6. Sociale zekerheid tijdens tijdelijk verblijf
Naast belasting speelt ook de sociale
verzekeringsplicht een rol.
Wie tijdelijk in het buitenland werkt, blijft in veel gevallen sociaal
verzekerd in Nederland — afhankelijk van het land en de duur van het verblijf.
- Binnen de EU/EER of Zwitserland → Verordening (EG) 883/2004 bepaalt dat de werknemer verzekerd blijft in het land van de werkgever, mits de uitzending maximaal 24 maanden duurt.
- Buiten de EU → bilaterale sociale zekerheidsverdragen kunnen gelden (bijv. met Turkije, VS, Canada).
- Zonder verdrag → mogelijk dubbele premiebetaling of noodzaak tot vrijwillige verzekering bij de SVB.
De A1-verklaring (verklaring van toepasselijke wetgeving) bewijst waar iemand sociaal verzekerd blijft.
7. Ondernemers en zelfstandigen in het buitenland
Voor zelfstandigen geldt dat de plaats waar de
onderneming feitelijk wordt gedreven bepalend is.
Bij tijdelijke werkzaamheden in het buitenland zonder vaste vestiging blijft de
ondernemer belastingplichtig in Nederland.
Pas als er in het buitenland een vaste
inrichting ontstaat (zoals een kantoor of werkplaats), krijgt dat land het
recht om winst te belasten.
Nederland verleent dan vrijstelling voor dat deel van de winst.
8. Tijdelijke verhuur of eigen woning tijdens verblijf
Bij tijdelijk verblijf in het buitenland kan de woning in Nederland:
- leeg blijven → blijft in Box 1 (eigen woning), hypotheekrenteaftrek blijft mogelijk;
- tijdelijk verhuurd worden → verhuist tijdelijk naar Box 3, hypotheekrenteaftrek vervalt over de verhuurperiode (70% van huur belast in Box 1).
Bij langdurige verhuur of verkoop kan dit een indicatie zijn dat het verblijf niet langer tijdelijk is.
9. Inschrijving in de Basisregistratie Personen (BRP)
Wie langer dan acht maanden binnen één jaar
in het buitenland verblijft, moet zich officieel uitschrijven bij de
gemeente.
Dat betekent echter niet automatisch dat de fiscale woonplaats verandert.
De Belastingdienst beoordeelt afzonderlijk of de persoonlijke en economische
banden met Nederland blijven bestaan.
Bij tijdelijke detachering of studie kan men ingeschreven blijven als Nederlander in het buitenland via de RNI (Registratie Niet-Ingezetenen).
10. Tijdelijk verblijf en belastingaangifte
Tijdens tijdelijk verblijf blijft men verplicht jaarlijks aangifte inkomstenbelasting te doen:
- Loon of winst uit Nederland → normale aangifte (Box 1).
- Buitenlandse inkomsten → vermelden onder “buitenlands inkomen” (met vrijstelling/verrekening).
- Vermogen in binnen- en buitenland → Box 3 (vrijstelling voor buitenlands vermogen via verdrag of Bvdb).
Bij gedeeltelijke belastingplicht (bijv. vertrek of terugkeer binnen een jaar) moet het M-biljet worden gebruikt.
11. Terugkeer naar Nederland
Bij terugkeer na een tijdelijk verblijf herleeft
de volledige binnenlandse belastingplicht automatisch.
Alle inkomsten, bezittingen en schulden worden dan weer in Nederland belast.
Het is raadzaam om bij terugkomst:
- de Belastingdienst te informeren;
- adreswijzigingen door te geven aan SVB, UWV en pensioenfondsen;
- en het M-biljet te gebruiken voor het jaar van terugkeer.
12. Praktische voorbeelden
Voorbeeld 1 – Tijdelijke uitzending binnen EU:
Lisa werkt 10 maanden in België voor een Nederlands bedrijf.
Ze houdt haar woning in Utrecht aan.
→ Binnenlands belastingplichtig in Nederland; België mag loon belasten;
Nederland verleent vrijstelling.
Voorbeeld 2 – Sabbatical buiten EU:
Pieter verblijft 9 maanden in Zuid-Afrika voor vrijwilligerswerk.
Zijn huis in Nederland blijft bewoond door zijn gezin.
→ Blijft binnenlands belastingplichtig; wereldwijd inkomen belast in Nederland.
Voorbeeld 3 – Langdurige detachering (4 jaar):
Marianne werkt 4 jaar in Canada voor haar Nederlandse werkgever.
Ze verkoopt haar woning in Nederland.
→ Verlies van fiscale woonplaats; vanaf vertrek buitenlands belastingplichtig.
13. Advies en bewijsvoering
Bij twijfel over de fiscale status tijdens tijdelijk verblijf is het raadzaam om:
- een woonplaatsverklaring op te vragen bij de buitenlandse belastingdienst;
- en eventueel een vooroverleg aan te vragen bij de Nederlandse Belastingdienst (Kennisgroep Buitenland).
Bewijs van intentie tot terugkeer (huurcontract, gezinsbanden, Nederlandse verzekeringen) kan helpen om aan te tonen dat het verblijf tijdelijk is.
14. Conclusie
Tijdelijke verblijven in het buitenland leiden
niet automatisch tot verlies van Nederlandse belastingplicht.
Zolang je persoonlijke en economische banden met Nederland blijven bestaan,
blijf je binnenlands belastingplichtig.
Pas bij een duurzame verhuizing met blijvend karakter verschuift de
belastingplicht naar het buitenland.
Samengevat:
- Tijdelijk verblijf = binnenlands belastingplichtig.
- Duurzaam vertrek = buitenlandse belastingplicht.
- 183-dagenregel bepaalt waar loon wordt belast.
- Sociale zekerheid blijft vaak in Nederland bij uitzending.
- Hypotheekrenteaftrek blijft mogelijk als woning in Nederland hoofdverblijf blijft.
- Officiële uitschrijving bij >8 maanden verblijf verplicht, maar niet altijd fiscale emigratie.
Een goed begrip van deze regels voorkomt dubbele belasting, verlies van aftrekposten of problemen met sociale zekerheid bij tijdelijk verblijf in het buitenland.
Via jeofferte.nl vind je betrouwbare informatie over internationale verhuizingen, tijdelijke uitzendingen en fiscale verplichtingen, zodat je ook bij kortdurend verblijf buiten Nederland volledig op de hoogte blijft van je rechten en plichten.
Advies en fiscale begeleiding
Onderworpen aan belastingplicht: advies en fiscale begeleiding
Verhuizen, werken of ondernemen over de grens
brengt niet alleen praktische, maar ook aanzienlijke fiscale consequenties
met zich mee.
Of je nu tijdelijk in het buitenland verblijft, definitief emigreert of vanuit
het buitenland in Nederland actief blijft: de juiste fiscale begeleiding
is essentieel om dubbele belasting, verlies van rechten of onnodige heffingen
te voorkomen.
Professioneel fiscaal advies helpt je om binnen de wet- en regelgeving de juiste keuzes te maken, je belastingpositie te optimaliseren en de administratieve verplichtingen correct uit te voeren.
1. Waarom fiscaal advies bij internationale situaties onmisbaar is
De Nederlandse belastingwet is complex, en
internationale situaties maken die complexiteit nog groter.
Wie grensoverschrijdend actief is, krijgt te maken met meerdere
belastingstelsels, afwijkende regels voor aftrekposten, sociale zekerheid en
verdragen tussen landen.
Zonder deskundige begeleiding kunnen er snel fouten ontstaan, zoals:
- dubbele belasting over hetzelfde inkomen of vermogen;
- verlies van hypotheekrenteaftrek of heffingskortingen;
- te late of onvolledige aangifte;
- of verkeerde toepassing van belastingverdragen.
Een fiscalist gespecialiseerd in internationaal recht kan:
- beoordelen waar je fiscale woonplaats ligt;
- bepalen in welk land belasting verschuldigd is;
- en helpen bij het optimaal benutten van vrijstellingen en verdragsvoordelen.
2. Typische situaties waarin fiscaal advies wordt aanbevolen
|
Situatie |
Fiscaal risico |
Reden voor advies |
|
Emigratie naar het buitenland |
Verlies van aftrekposten en wijziging van boxindeling |
Beoordeling fiscale woonplaats en M-biljet |
|
Tijdelijke uitzending door werkgever |
Loonbelasting in twee landen |
Toepassing 183-dagenregeling en A1-verklaring |
|
Ondernemen over de grens |
Vaste inrichting of dubbele winstheffing |
Structurering en winsttoerekening |
|
Pensioen of lijfrente in het buitenland |
Heffingsrecht tussen Nederland en woonland |
Toepassing belastingverdrag |
|
Vermogen of woning in meerdere landen |
Box 3- versus lokale vermogensbelasting |
Voorkoming dubbele heffing |
|
Verkoop of overdracht van onderneming |
Emigratieheffing of conserverende aanslag |
Fiscale planning en uitstel van betaling |
|
Expats en grensarbeiders |
Verschillende loonbelasting- en sociale regels |
30%-regeling of verdragsvrijstellingen |
In elk van deze situaties biedt een ervaren belastingadviseur maatwerkoplossingen, afgestemd op je persoonlijke en financiële positie.
3. Fiscale begeleiding bij emigratie of tijdelijke verhuizing
Een fiscalist gespecialiseerd in emigratie helpt bij het in kaart brengen van:
- de gevolgen voor de inkomstenbelasting (Box 1, 2, 3);
- de toepassing van belastingverdragen;
- de status van de woning (van Box 1 naar Box 3);
- pensioen- en lijfrenterechten;
- en sociale verzekeringen (AOW, ZVW, WLZ).
Bij vertrek uit Nederland is het gebruik van het M-biljet
verplicht: een complexe aangifte waarin de periode vóór en ná emigratie
afzonderlijk worden belast.
Een fiscaal begeleider zorgt dat deze correct wordt ingevuld en dat
vrijstellingen of verrekeningen op basis van verdragen juist worden toegepast.
4. Belastingverdragen en optimalisatie van heffingsrechten
De meeste internationale geschillen ontstaan door
verkeerde toepassing van belastingverdragen.
Een goede fiscalist:
- onderzoekt welk land volgens het verdrag mag heffen over loon, pensioen of winst;
- past de juiste vrijstellings- of verrekeningsmethode toe;
- en vraagt zo nodig vrijstelling van loonheffing aan bij de Belastingdienst Buitenland.
Zo kan een correct toegepast verdrag duizenden euro’s per jaar besparen en problemen met dubbele heffing voorkomen.
Voorbeeld:
Een Nederlander die in Spanje woont en een Nederlands pensioen ontvangt, kan
via het belastingverdrag voorkomen dat zowel Nederland als Spanje over
hetzelfde pensioen belasting heft.
5. Ondernemers, DGA’s en zelfstandigen
Voor ondernemers en directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) is fiscaal advies essentieel bij:
- grensoverschrijdende dienstverlening of export;
- het openen van een buitenlandse vestiging;
- of de verplaatsing van een onderneming naar het buitenland.
Een fiscalist beoordeelt:
- of er sprake is van een vaste inrichting in het buitenland;
- of een emigratieheffing (conserverende aanslag) van toepassing is;
- en hoe winsten optimaal kunnen worden toegerekend tussen landen.
Ook kan de adviseur helpen bij het opzetten van een internationale BV-structuur of het gebruik van belastingverdragen ter voorkoming van dubbele heffing op dividend of royalty’s.
6. Sociale zekerheid en verzekeringsplicht
Bij werken of verblijven in het buitenland spelen
ook sociale zekerheidsregels een rol.
Een specialist kan bepalen:
- of je verzekerd blijft voor de AOW, WLZ en ZVW;
- of een A1-verklaring nodig is;
- en of vrijwillige voortzetting bij de SVB of UWV zinvol is.
Zonder juiste afstemming kun je in twee landen tegelijk premie betalen, of juist onverzekerd raken voor pensioen of ziektekosten.
7. Hulp bij aangifte, bezwaar en correspondentie met de Belastingdienst
Fiscale begeleiding omvat niet alleen advies, maar ook praktische uitvoering:
- invullen van M-biljetten (jaar van emigratie of remigratie);
- indienen van C-biljetten voor buitenlandse belastingplichtigen;
- aanvragen van vrijstelling van loonheffing of kwalificerende status;
- indienen van bezwaar of verzoeken om herziening;
- en correspondentie met de Belastingdienst Buitenland in Heerlen.
Een ervaren adviseur bewaakt deadlines en zorgt dat alle bewijsstukken (woonplaatsverklaringen, verdragsdocumenten, loonstroken) correct worden ingediend.
8. Voordelen van vroegtijdige fiscale begeleiding
Hoe eerder fiscale begeleiding wordt
ingeschakeld, hoe groter de mogelijkheden om je positie te optimaliseren.
Vroegtijdig advies biedt onder meer:
- duidelijke planning vóór vertrek of uitzending;
- inzicht in de fiscale gevolgen van vastgoed, vermogen en pensioen;
- voorkomen van conserverende aanslagen;
- benutten van internationale aftrekposten en vrijstellingen;
- en soepele overdracht van gegevens tussen landen.
Een fiscale strategie vóór vertrek is aanzienlijk effectiever dan reparatie achteraf.
9. Samenwerking met andere instanties
Een professioneel fiscaal adviseur werkt vaak samen met:
- notarissen (voor overdracht van woning of aandelen);
- accountantskantoren (voor jaarrekeningen en ondernemingswinst);
- expatdiensten (voor huisvesting, werkvergunningen en 30%-regeling);
- en juridische specialisten (voor arbeids- en migratierecht).
Zo ontstaat een geïntegreerde aanpak waarin belasting, recht en praktijk naadloos op elkaar aansluiten.
10. Selectie van een geschikte adviseur
Bij het kiezen van een fiscaal adviseur is het belangrijk te letten op:
- specialisatie in internationaal belastingrecht;
- ervaring met emigratie, expats en grensarbeid;
- lidmaatschap van een beroepsvereniging (RB, NOB, NBA);
- en transparante communicatie over tarieven en rapportage.
Een goede adviseur stelt altijd eerst een fiscale analyse op, bespreekt de mogelijke scenario’s en maakt een duidelijk plan van aanpak.
11. Kosten en terugverdieneffect
Hoewel professioneel advies kosten met zich meebrengt, levert het vaak een financieel voordeel op door:
- voorkoming van dubbele belasting;
- correct gebruik van verdragsvrijstellingen;
- aftrek van buitenlandse belasting;
- of optimalisatie van ondernemingsstructuren.
Vooral bij hogere inkomens, eigen vermogen of ondernemingen kan het verschil oplopen tot duizenden euro’s per jaar.
12. Praktische voorbeelden
Voorbeeld 1 – Expatsituatie:
Een Nederlandse werknemer wordt voor 2 jaar uitgezonden naar Duitsland.
Zijn adviseur regelt een A1-verklaring, controleert de 183-dagenregeling en
vraagt vrijstelling van Nederlandse loonheffing aan.
→ Resultaat: correcte belasting in Duitsland, behoud van Nederlandse sociale
zekerheid.
Voorbeeld 2 – Ondernemer met dubbele vestiging:
Een ondernemer heeft een BV in Nederland en een filiaal in België.
De fiscalist bepaalt winsttoerekening via het verdrag, voorkomt dubbele
belasting en optimaliseert dividenduitkeringen.
Voorbeeld 3 – Gepensioneerde emigrant:
Een gepensioneerde verhuist naar Frankrijk met Nederlands pensioen en AOW.
De adviseur controleert het verdrag, vraagt vrijstelling van Franse belasting
aan en regelt het C-biljet bij de Belastingdienst Buitenland.
13. Conclusie
Fiscale begeleiding is geen overbodige luxe, maar
een noodzaak bij internationale situaties.
De juiste begeleiding voorkomt fouten, dubbele heffing en verlies van rechten,
en biedt grip op complexe fiscale verplichtingen over de grens.
Samengevat:
- Schakel altijd een fiscalist in bij emigratie, uitzending of internationaal ondernemerschap.
- Laat de fiscale woonplaats en belastingplicht tijdig beoordelen.
- Controleer toepasselijke belastingverdragen en sociale zekerheidsafspraken.
- Laat M- of C-biljetten professioneel invullen.
- Plan fiscaal vóór vertrek — niet erna.
Een goed adviestraject biedt rust, zekerheid en financiële optimalisatie bij wonen, werken of ondernemen over de grens.
Via jeofferte.nl vind je uitgebreide informatie en professionele begeleiding rondom internationale verhuizingen, belastingverplichtingen en fiscale planning, zodat je met vertrouwen grensoverschrijdende stappen kunt zetten zonder fiscale verrassingen.